Grof geweld
Het slachtoffer is om het leven gebracht in een parkje tegenover het Haagse Medisch Centrum Westeinde. Daarbij zijn allerlei vormen van geweld gebruikt. Zo is hij met een ijzeren staaf tegen het hoofd geslagen en is hij geschopt en verstikt. De verdachten hebben verklaard dat ze erbij aanwezig waren, maar zeggen beiden dat de andere verdachte het geweld heeft gebruikt.
Beiden verantwoordelijk?
De rechtbank kan van de meeste geweldshandelingen niet vaststellen wie dit heeft gedaan. Toch komt de rechtbank tot de conclusie dat beide verdachten een belangrijke rol hebben gespeeld. Beide verdachten hadden nog een appeltje te schillen met het slachtoffer. Verder heeft het geweld plaatsgevonden in twee sessies.
Na de eerste sessie van een kwartier zijn de verdachten samen weggegaan en dronken ze een biertje op een bankje verderop. Na 50 minuten zijn ze weer teruggegaan naar de plaats delict. Daar merkten ze dat het slachtoffer nog leefde. Toen is opnieuw grof geweld tegen het slachtoffer gebruikt. Zij bleven nog ruim een uur op de plaats delict. Gedurende al die tijd hebben de verdachten geen afstand genomen van de situatie en geen hulp gehaald, terwijl dat eenvoudig mogelijk was.
Het gebeurde allemaal naast een drukke straat en tegenover het ziekenhuis. Ook hebben ze samen sporen weggemaakt en hebben ze samen een alibi verzonnen. De rechtbank is daarom van oordeel dat beide verdachten verantwoordelijk kunnen worden gehouden voor de dood van het slachtoffer.
Ruzie
Ook is bewezen dat de verdachten met voorbedachte raad hebben gehandeld. De verdachten hadden vooraf al ruzie met het slachtoffer. Ze hebben hem met een telefoontje gelokt, om hem een lesje te leren. Tussen de beide sessies van geweld hebben de verdachte veel tijd gehad om na te denken en een andere keuze te maken. Ze konden ook afstand nemen of hulp halen. Dat hebben ze niet gedaan.