Voorbedachte raad op poging tot moord
De rechtbank vindt bewezen dat de verdachte, toen hij op het terrein van de Stichting arriveerde, het plan heeft opgevat om het 36-jarige slachtoffer te doden. Hij is op dat slachtoffer afgelopen en heeft hem met een mes in de nek gestoken. De man heeft het overleefd, maar dat was niet aan de verdachte te danken. Vanwege de voorbedachte raad is poging tot moord bewezen.
Opzet op doodslag
Direct daarna heeft de verdachte het 44-jarige slachtoffer in het hart gestoken. Daar was op dat moment geen enkele aanleiding voor. Anders dan de verdachte verklaart was er geen sprake van een aanval, bedreiging of belemmering door het slachtoffer. Daarvan is niets te zien op de camerabeelden. Het steken van het slachtoffer door verdachte moet dan ook opzettelijk zijn gebeurd, zodat doodslag bewezen is.
Houding van de verdachte
De verdachte heeft van meet af aan nauwelijks verantwoordelijkheid genomen voor zijn daden. Op de zitting heeft hij laten weten dat niet hij, maar het 36-jarige slachtoffer, met wie hij ruzie had gehad, de echte schuldige is.
De straf
Beide feiten kenmerken zich door het toepassen van gruwelijk en redeloos geweld zonder enige aanvaardbare of zelfs maar begrijpelijke aanleiding. Door dat geweld is het 44-jarige slachtoffer, echtgenoot en vader van drie kinderen, overleden. Aan de nabestaanden is onherstelbaar leed aangedaan. Het 36-jarige slachtoffer is levensgevaarlijk verwond. De samenleving is door dit handelen geschokt. Voor de poging tot moord komt een gevangenisstraf van acht jaar in aanmerking, en voor de doodslag tien jaar. Daarom legt de rechtbank een gevangenisstraf van 18 jaar op voor beide feiten.