LEIDSCHENDAM - Bij een ruzie in een woning aan de Gravin Juliana van Stolberglaan in Leidschendam raakten vrijdagavond 11 maart drie agenten gewond. De politie hield in eerste instantie vier verdachten aan, waarvan één na toetsing weer vrij was om te gaan. Bij de aanhouding liepen ook twee verdachten verwondingen op.
Rond 21.35 uur ontving de politie meerdere meldingen van een ruzie in een woning. In de woning bevonden zich drie mannen, een vrouw en twee honden. Bij een eerste poging de woning te betreden en verdachten aan te houden, werden de agenten door verdachten belemmerd en mishandeld. Ook werden zij aangevallen door een van de twee honden die zij konden afweren. Hierop trokken de agenten zich terug en werd de deur dichtgegooid.
Met behulp van een schildprocedure en de hondenbrigade zijn de verdachten uiteindelijk aangehouden. Hierbij raakten ook twee verdachten gewond, waarvan één door een beet van een politiehond. Deze is behandeld in het ziekenhuis. Bij de agenten was sprake van een vuistslag in het gezicht, letsel aan het been en letsel aan een arm. Eén agent ging ter controle naar het ziekenhuis.
De drie verdachten die nu vastzitten zijn een 42-jarige man uit Den Haag, een 28-jarige man zonder vaste woon- en verblijfplaats en een 29-jarige vrouw uit Leidschendam.
Schildprocedure
Bij de schildprocedure schermen politieagenten zich door middel van schilden af van een verdachte. Ze kunnen deze vervolgens op een veilige manier klem zetten en aanhouden. Door de inzet van de schilden kan de verdachte zich niet goed bewegen en ook niet uithalen met bijvoorbeeld een mes. De schildprocedure wordt toegepast als de kans groot is dat bij een reguliere aanhouding politiemensen gewond raken.
Geweld tegen politie
De politie vindt agressie en geweld tegen haar medewerkers onacceptabel. Politiebeambten hebben een verantwoordelijke rol in de samenleving en moeten zonder te worden gehinderd hun werk kunnen doen. Met wederzijds respect. Agressie of geweld, in welke vorm dan ook, tegen medewerkers wordt niet getolereerd. Het Openbaar Ministerie brengt de dader zo snel mogelijk voor de rechter en eist driemaal zo hoge straffen. Daarbij kan het Openbaar Ministerie snelrecht of supersnelrecht toepassen. Bij snelrecht vindt de rechtszaak tegen de verdachte binnen veertien dagen na het incident plaats, bij supersnelrecht binnen drie dagen.