DEN HAAG - De rechtbank Den Haag heeft een 41-jarige verdachte uit Nootdorp veroordeeld voor acht oplichtingen en een poging tot oplichting. Dat gebeurde in een periode van november 2018 tot november 2021. De rechtbank legt haar een celstraf op van 30 maanden waarvan 12 maanden voorwaardelijk.

Oplichting

De rechtbank vindt bewezen dat de verdachte zich in de meeste gevallen uitgaf voor een succesvol en welvarend makelaar, zakenvrouw, financieel expert of adviseur. Zij deed in veel gevallen voorkomen dat zij met haar kennis en (zakelijke) contacten schulden kon afkopen tegen een fractie van de schuld of zakelijke transacties met potentieel grote winsten kon doen. Met dit verhaal benaderde zij haar potentiële slachtoffers en wekte zo de schijn dat zij (groot) financieel voordeel voor de slachtoffers kon verkrijgen. De verdachte heeft onder valse voorwendselen en door valse beloftes het vertrouwen van haar potentiële slachtoffers gewonnen en behouden. De slachtoffers overhandigden verschillende geldbedragen aan de verdachte of maakten dit via de bank over.

De verdachte maakte zich ook schuldig aan het gebruikmaken van valse geschriften en verduistering van een groot geldbedrag terwijl zij in dienst was van de twee slachtoffers. De verdachte is bovendien schuldig aan flessentrekkerij door bij vier bedrijven verschillende goederen te kopen zonder daarvoor (volledig) te betalen. Tenslotte heeft zij verschillende geldbedragen, auto's, sieraden en meubels witgewassen.

Oordeel

De rechtbank oordeelt dat de verdachte door haar laakbare en respectloze handelswijze de betrokken slachtoffers voor een groot geldbedrag heeft gedupeerd en bij hen gevoelens van schaamte en stress heeft veroorzaakt. De feiten zijn extra kwalijk, nu een groot deel van de slachtoffers financiële problemen had en juist daarom hulp zocht bij de verdachte. Hiermee heeft de verdachte op schaamteloze wijze misbruik gemaakt van hun zwakke positie. Door het handelen van de verdachte zijn sommige slachtoffers dieper in de financiële problemen geraakt. De verdachte had alleen oog voor haar eigen financieel gewin, zonder rekening te houden met de mogelijke gevolgen voor de slachtoffers.

Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank meegewogen dat de verdachte geen enkele verklaring heeft willen afleggen over de feiten waarvan ze werd beschuldigd. Ze stelt juist zelf het slachtoffer te zijn door het handelen van anderen, maar dat is geenszins gebleken. De verdachte heeft geen verantwoordelijkheid voor haar daden genomen. Bij de rechtbank is tijdens de zitting het beeld ontstaan dat de verdachte misleiding en bedrog op een vanzelfsprekende, welhaast natuurlijke wijze inzet.

In het voordeel van de verdachte weegt de rechtbank mee dat de strafzaak langer op zich heeft laten wachten dan de redelijke termijn voorschrijft. Alles afwegend vindt de rechtbank een celstraf van dertig maanden, waarvan twaalf maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren passend en geboden. Het voorwaardelijk deel moet voorkomen dat de verdachte opnieuw in de fout gaat. Daarnaast moet de verdachte schadevergoedingen betalen aan tien slachtoffers van in totaal bijna 300.000 euro.