Oplichtingen
Het onderzoek is gestart naar aanleiding van de aangifte een slachtoffer in juni 2014. De verdachte heeft zich tegenover dit slachtoffer voorgedaan als Valentino en in Nederland en Spanje een vertrouwensband met hem opgebouwd. Vervolgens heeft de verdachte voorgesteld om de auto van het slachtoffer in te ruilen voor een andere auto die de verdachte voor slachtoffer zou afleveren in Spanje. Het slachtoffer heeft de oude auto bij de verdachte ingeleverd, maar de nieuwe auto nooit ontvangen.
Na de aanhouding van de verdachte is gebleken dat de verdachte zich mogelijk in de regio Noord-Brabant schuldig heeft gemaakt aan verschillende oplichtingen en/of verduisteringen en/of valsheid in geschrift. De feitelijke gang van zaken komt op essentiële punten overeen met de oplichting van het eerste slachtoffer. De verdachte gaf zich in de meeste gevallen uit voor een succesvol en welvarend zakenman met vele contacten. Hij deed in veel gevallen voorkomen dat hij in Spanje of in Monaco woonde, en dat hij daar onroerende goederen, een (auto)bedrijf en/of een dure horlogewinkel bezat. Met dit verhaal benaderde hij zijn potentiële slachtoffers en wekte zo de schijn dat hij veel geld had. Bij een aantal slachtoffers met een eigen onderneming heeft de verdachte zich ook voorgedaan als een (potentiële) grote klant die voor een groot bedrag goederen zou gaan bestellen. Bij één geval van oplichting is de verdachte een intieme relatie met het slachtoffer aangegaan en heeft hij het slachtoffer vanuit die rol opgelicht.
De verdachte bewerkstelligde onder valse voorwendselen en beloftes dat zijn potentiële slachtoffers vertrouwen in hem kregen en hielden, zodat de slachtoffers verschillende geldbedragen of goederen in goed vertrouwen aan hem overhandigden.
Oordeel rechtbank
De rechtbank oordeelt dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diverse strafbare feiten zoals acht oplichtingen, valsheid in geschrift en verduistering van een groot geldbedrag. Hij ging zeer geraffineerd en doordacht te werk. De rechtbank neemt het de verdachte bijzonder kwalijk dat hij het vertrouwen van de slachtoffers heeft beschaamd. De verdachte heeft door zijn laakbare en respectloze handelswijze de betrokken slachtoffers voor meer dan honderdduizend euro gedupeerd en bij hen gevoelens van schaamte en stress veroorzaakt.
De verdachte is op 18 april 2017 door deze rechtbank failliet verklaard. De rechtbank oordeelt dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan fraude door diverse geldbedragen aan de boedel te onttrekken. Door dit handelen is het de curator onder meer onmogelijk gemaakt om correct vast te kunnen stellen wat er onder wie moet worden verdeeld.
Bij het bepalen van de straf weegt de rechtbank mee dat de redelijke termijn waarin de verdachte volgens de geldende maatstaven moest worden berecht, in ernstige mate is overschreden. Uitgangspunt is in deze zaak dat de behandeling moet zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaar. De rechtbank vindt het daarom niet opportuun om aan de verdachte een langere gevangenisstraf op te leggen dan de straf die hij in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht. De rechtbank legt hem een celstraf op van 348 dagen. Daarnaast moet de verdachte diverse slachtoffers schadevergoedingen betalen variërend van 2.000 tot 65.000 euro.