DEN HAAG - Het gerechtshof Den Haag heeft vandaag een vrouw veroordeeld voor bedreiging van de directeur van het Centrum van Infectieziektebestrijding van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Het Haagse hof heeft haar een gevangenisstraf van twee weken opgelegd.
De vrouw wordt ervan verdacht dat zij, als reactie op een bericht op een Telegramaccount, de directeur van het RIVM heeft bedreigd door het plaatsen van video’s en afbeeldingen waarop te zien is dat een vlag met daarop de naam van deze directeur en een beschuldigende tekst wordt verbrand. Door de verdediging is naar voren gebracht dat het verbranden van een vlag valt onder het recht op vrijheid van meningsuiting en het recht op vrijheid van vreedzame vergadering en vereniging (artikelen 10 en 11 van het EVRM). Daarom zou de verdachte ontslagen dienen te worden van rechtsvervolging. Daarnaast heeft de verdediging gesteld dat de tenlastegelegde uitingen niet gekwalificeerd kunnen worden als een bedreiging. Het Haagse hof gaat daarin niet mee.
Het hof oordeelt dat het verbranden van een vlag op zichzelf geen bedreiging oplevert. Echter, het plaatsen van afbeeldingen en video’s waarop een vlag verbrand wordt op het Telegramaccount door de verdachte stond niet op zichzelf. Het was een directe reactie op een door een ander eerder geplaatste bedreiging. De combinatie van de berichten (de eerdere bedreiging én de reactie daarop van de verdachte) kon naar het oordeel van het hof bij de directeur de redelijke vrees opwekken dat tegen hem, zijn gezinsleden of zijn woning geweld zou worden gepleegd. Dat maakt dat het hof van oordeel is dat ook het handelen van verdachte strafwaardig was.
De verdachte was eerder door de rechtbank Den Haag voor hetzelfde feit veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes weken, waarvan vier voorwaardelijk.