5.5 ℃
Renée fietst die nacht terug naar huis na een feest bij de rugbyclub, waar zij fanatiek speelde. In het gebied dat zij doorkruist, rijdt de verdachte dan al uren rondjes op zijn scooter. Hij vertelt daarover dat hij een afspraak had gehad met zijn dealer en vervolgens her en der in en rond de Scheveningse Bosjes cocaïne gebruikte. Verder weet hij ook niet waarom hij die nacht rond bleef rijden en af en toe weer eens een tijdje ergens bleef stilstaan.
Rond 2.30 uur kruist Renée zijn pad. Op camerabeelden is te zien dat verdachte omkeert en haar begint te volgen. Hij haalt haar een keer in, zet zijn scooter langs de weg en kijkt hoe ze voorbij fietst. Daarna volgt hij haar weer, tot ze om 2.37 uur kort na elkaar de Doorniksestraat inslaan. Op camerabeelden van de hoek van de straat is te zien hoe ze gelijktijdig de straat in rijden, en dan boven in beeld schimmig hoe ze te voet in de bosschages verdwijnen. Het is vooral dat wat te horen is, dat dinsdag in de rechtszaal indruk maakt.
Doodsangst
De camera heeft de laatste momenten van Renée in geluid vastgelegd. Daarop is te horen hoe na een harde klap en/of schrapend geluid Renée gilt, terwijl verdachte haar meeneemt de bosjes in. Renée was een sterke sportvrouw en op de opnamen is duidelijk te horen dat ze zich niet gewillig laat meevoeren, maar dat ze zich hevig verzet moet hebben. Het is aannemelijk dat verdachte haar al meteen heeft gestoken. Ze verkeert duidelijk in doodsangst en roept meerdere keren dat ze geen lucht meer krijgt, waarop verdachte haar probeert gerust te stellen. Dat ze moet meewerken, dan zou alles goedkomen.
Het duurt zo'n tien minuten voordat verdachte weer de bosjes uit komt. Dat hij het slachtoffer in die tijd onzedelijk heeft betast, staat volgens de officier van justitie wel vast. Er is te horen dat het slachtoffer roept, smeekt om zijn handen thuis te houden. Ook zegt verdachte op enig moment: "Er gebeurt niks, je trekt je broek weer aan." Voor het Openbaar Ministerie is duidelijk dat verdachte Renée in de bosschages heeft betast en dat hij haar met een mes heeft gestoken - wat uiteindelijk leidde tot haar dood - om dat mogelijk of in elk geval makkelijker te maken. Juridisch gaat het dan om gekwalificeerde doodslag.
Gruwelijke daad
Zo'n twintig minuten nadat verdachte Renée voor dood heeft achtergelaten in de bosjes, is hij terug in de Doorniksestraat. Nu met een jerrycan die hij thuis heeft opgehaald. Hij is weer ongeveer een kwartier bezig, waarna hij wegrijdt terwijl boven in beeld een lichtschijnsel is te zien. Het lichaam van Renée wordt kort daarop brandend aangetroffen door voorbijgangers.
Of Renée op het moment van in brand steken al was overleden, valt niet met zekerheid vast te stellen. "Met deze wetenschap moeten de nabestaanden leven," zei de officier van justitie. "Dat maakt dit tot een gruwelijke daad." De officier memoreerde ook dat de verdachte hiermee de ouders, familie en vrienden van Renée de mogelijkheid op een waardig afscheid heeft ontnomen. "Het lichaam was door de brand zodanig verminkt dat een laatste blik of aanraking niet meer mogelijk was."
Willekeurig slachtoffer
Deskundigen van het Pieter Baan Centrum hebben bij verdachte een forse persoonlijkheidsproblematiek vastgesteld, waarbij hij zelf geen andere oplossing ziet dan naar verdovende middelen te grijpen. De kans dat hij in de toekomst opnieuw gewelddadig gedrag vertoont, wordt matig tot hoog ingeschat. Daarom is tbs met dwangverpleging noodzakelijk. Het Openbaar Ministerie vindt daarnaast een flinke gevangenisstraf wel op zijn plaats, vanwege de ernst van het misdrijf.
"Renée was een willekeurig slachtoffer," zei de officier van justitie hierover tegen de rechtbank. "Het had ieders dochter, zus of vriendin kunnen zijn. En ondanks dat Renée hierom heeft gesmeekt, heeft verdachte geen hulp ingeroepen. Hij heeft haar voor dood achtergelaten om daarna terug te keren en het lichaam in brand te steken."
Het Openbaar Ministerie eist een straf van 18 jaar cel en de oplegging van tbs met dwangverpleging. Over twee weken doet de rechtbank uitspraak.
