DEN HAAG - De rechtbank Den Haag heeft drie mannen veroordeeld voor hun aandeel in de oplichting van de gemeente Den Haag voor een bedrag van ruim 1,7 miljoen euro. Dit gebeurde in de periode van 2013 tot 2019. De 53-jarige hoofdverdachte maakte gebruik van zijn positie als ambtenaar van de gemeente Den Haag. Hij is inmiddels ontslagen. Hij heeft een celstraf opgelegd gekregen van 42 maanden. De twee medeverdachten (60 en 59 jaar oud) worden veroordeeld tot een celstraf van respectievelijk 22 en 16 maanden voor oplichting en gewoontewitwassen. Een vierde verdachte, de echtgenote van de ex-ambtenaar, is vrijgesproken.


Handelswijze

De handelswijze van de drie mannen bestond eruit dat de ex-ambtenaar gedurende zes jaar en telkens opnieuw valse facturen opmaakte en er vervolgens voor zorgde dat deze door de gemeente Den Haag werden betaald. Deze facturen waren afkomstig van bedrijven die veelal op naam stonden van de medeverdachten en gingen over reparatie- en bouwwerkzaamheden in de publieke ruimte, zoals werkzaamheden aan straten en de riolering. Dit werk werd echter nooit daadwerkelijk gedaan.

De ambtenaar had binnen zijn functie geen enkele bevoegdheid tot het beoordelen en accorderen van facturen, maar in de praktijk bleek hij telkens in vergaande mate betrokken bij de betaling. Zo mailde hij zijn collega's dat de werkzaamheden verricht waren en dat daarom haast geboden was of zette hij zijn handtekening op de facturen om daarmee aan te geven dat de factuur in orde was. Ook gebruikte hij de mogelijkheid in het computersysteem om in vakantietijd zelf de bevoegdheid te krijgen om de facturen te accorderen. Op deze manier betaalde de gemeente Den Haag grote bedragen aan deze bedrijven terwijl daar dus geen enkele prestatie tegenover stond.

De medeverdachten hebben deze bedrijven telkens opgericht of beschikbaar gesteld met het doel dat de gemeente het geld naar de bankrekeningen stortte zonder dat daar ook maar iets voor werd geleverd. De medeverdachten hebben vervolgens het geld steeds contant opgenomen of verspreid over allerlei rekeningen en daarmee de herkomst van die bedragen verhuld. Uiteindelijk kwam het geld terecht bij de ex-ambtenaar en deze mannen, contant of op hun rekeningen.

Oordeel rechtbank

De rechtbank oordeelt dat de verdachten zich met hun handelswijze schuldig hebben gemaakt aan een bijzonder vergaande, grootschalige en langdurige oplichtingspraktijk. Een aanzienlijke hoeveelheid gemeenschapsgeld kon door het handelen van de verdachten niet gebruikt worden voor publieke doeleinden, maar belandde in de eigen zakken van de verdachten. Ondanks dat deze feiten langere tijd geleden plaatsvonden, is de rechtbank van oordeel dat enkel een langdurige gevangenisstraf passend en geboden is.

Voor de ex-ambtenaar weegt als strafverzwarend mee dat hij dit telkens heeft gedaan met gebruikmaking van de gelegenheid en de middelen die hij vanuit zijn hoedanigheid als ambtenaar bezat. Hij heeft het vertrouwen dat de maatschappij in de integriteit van ambtenaren stelt geschaad, terwijl dit vertrouwen van wezenlijk belang is voor het goed functioneren van de overheid.

De vierde verdachte, de echtgenote van de ex-ambtenaar, wordt vrijgesproken. Haar werd witwassen verweten, maar de rechtbank oordeelt dat onvoldoende is komen vast te staan dat zij op de hoogte was van de criminele herkomst van de gestorte bedragen op haar rekening of op de en/of rekening.