DEN HAAG - De rechtbank Den Haag heeft drie verdachten (31, 32 en 33 jaar) veroordeeld voor hun aandeel bij de diefstal, de heling, het regelen en/of prepareren van twee vluchtauto's. Deze twee auto's, voorzien van valse kentekens, werden gebruikt door de daders van een dubbele liquidatie in 2017 in Zoetermeer. Eén vluchtauto is in brand gestoken. Bij de andere auto was dat kennelijk ook de bedoeling, maar dat is niet gelukt. De rechtbank oordeelt dat twee verdachten moeten hebben geweten dat de auto's zouden worden gebruikt voor het plegen van een ernstig misdrijf.


De rechtbank legt de 31-jarige en 32-jarige verdachten een celstraf op van respectievelijk 18 maanden en 2 jaar. De 33-jarige man, die is veroordeeld voor de diefstal van de ene auto en heling van (onder andere) de andere auto, maar bij wie niet kon worden vastgesteld dat hij wist dat deze auto's in brand moesten worden gestoken, krijgt een voorwaardelijke celstraf van 3 maanden en een taakstraf van 240 uur.

Vluchtauto's

De twee auto's werden in april 2017 gestolen in Amsterdam: een BMW tussen 9 april en 15 april en een Volkswagen Golf in de nacht van 23 op 24 april. Uit onderschepte versleutelde berichten en kentekenregistraties blijkt dat beide auto's op 24 en 25 april in Zoetermeer zijn achtergelaten door de verdachten. Ook hebben twee van de verdachten het in de berichten over het meenemen van een flesje en een aansteker. In beide auto's bevonden zich een flesje met een brandbare vloeistof en een aansteker om de betreffende auto na gebruik in brand te kunnen steken en zodoende eventuele sporen te wissen.

Nadat in het nieuws bekend was geworden dat er een schietpartij in Zoetermeer had plaatsgevonden, schreef de 32-jarige man in versleutelde berichten aan een andere persoon dat hij die ochtend vroeg in Zoetermeer was geweest om de Volkswagen Golf te brengen, maar dat 'ze' de Golf niet gestart kregen. Hij schreef dat hij zag dat de binnenkant van de BMW 'goed uitgebrand' was.

Oordeel rechtbank

De rechtbank oordeelt dat de drie verdachten een aandeel hebben gehad in het regelen van de vluchtauto's. Twee verdachten moesten hebben geweten dat de auto's zouden worden gebruikt voor het plegen van een ernstig misdrijf. Niet kan worden vastgesteld dat deze verdachten wisten dat de auto's bestemd waren als vluchtauto's voor de daders van een dubbele liquidatie. Zij worden dan ook vrijgesproken van medeplechtigheid aan dubbele moord. Ook houdt de rechtbank rekening met het feit dat de verdachten langer op de zaak moesten wachten dan noodzakelijk en dat de redelijke termijn dus is overschreden. De straffen die de rechtbank oplegt, vallen fors lager uit dan de eis van het Openbaar Ministerie.

De 32-jarige verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan opzetheling van de twee gestolen auto's en gestolen kentekenplaten, het wegbrengen en klaarzetten van die auto's en het prepareren van beide auto's om deze later in brand te kunnen steken. Deze verdachte, die het contact onderhield met vermoedelijk een tussenpersoon van de opdrachtgever, heeft door zijn handelen een essentiële bijdrage geleverd aan het ernstige misdrijf, de dubbele moord die is gepleegd, ook al kan niet worden vastgesteld dat hij daarvan wist. De rechtbank vindt een celstraf van 2 jaar passend en geboden.

De 31-jarige verdachte heeft zich (samen met anderen) schuldig gemaakt aan diefstal van de ene auto, opzetheling van de andere, gestolen personenauto, het wegbrengen en klaarzetten van één van die auto's en het prepareren van beide auto's om deze later in brand te kunnen steken. De verdachte is eerder veroordeeld voor het plegen van een misdrijf. Ook houdt de rechtbank rekening met de nog niet onherroepelijke veroordeling van latere datum door het gerechtshof Amsterdam tot een gevangenisstraf voor de duur van elf jaren voor soortgelijke misdrijven. De rechtbank vindt een celstraf van 18 maanden passend en geboden.

De 33-jarige verdachte heeft zich (samen met anderen) schuldig gemaakt aan diefstal van de ene auto en opzetheling van de andere auto en valse/gestolen kentekenplaten. De rechtbank overweegt dat niet kan worden vastgesteld dat de verdachte betrokkenheid heeft gehad bij het wegzetten van de Volkswagen Golf en het prepareren van beide auto's met brandbare vloeistof en een aansteker. Ook kan niet worden vastgesteld dat hij daar kennis van heeft gehad. De verdachte is eerder veroordeeld geweest voor het plegen van soortgelijke misdrijven. Hem is meerdere keren een celstraf opgelegd. Gelet op de beperktere rol van de verdachte, vindt de rechtbank een voorwaardelijke celstraf van 3 maanden passend en geboden, aangevuld met een maximale taakstraf van 240 uur.