De politieman in burger wilde de 21-jarige Hagenaar aanhouden voordat die op zijn scooter wegreed. Hij meldde de vermoedelijke drugsdeal via de porto bij zijn collega’s en trok de verdachte van zijn scooter, waarbij hij zich bekend maakte als politieman.
Op dat moment kwam de Veenendaler uit het niets aangerend en sloeg de politieman met zijn vuist op het hoofd. Meteen daarna ging de man er vandoor, maar een toegesneld agent in uniform wist hem in de buurt aan te houden. Daarbij verzette de Veenendaler zich zozeer dat de agent in uniform een gebroken pols opliep.
Hersenschudding
Ook de politieman in burger liep letsel op, waaronder een hersenschudding. Zes maanden na dato heeft de politieman daar nog altijd last van. Hij kampt onder meer met concentratie- en geheugenproblemen.
De officier van justitie eiste tegen Veenendaler acht maanden cel wegens zware mishandeling en wederspannigheid met letsel als gevolg. Zij rekende het de verdachte zwaar aan dat twee politiemensen die gewoon hun werk deden, letsel opliepen.
Eerdere straf verder uitzitten
Verder stelde de officier vast dat de verdachte pas zes weken voorwaardelijk op vrije voeten was, na een eerdere veroordeling voor ernstig geweld. Zij vindt vanwege dit nieuwe, strafbare feit dat Veenendaler alsnog een deel van zijn eerdere veroordeling moet uitzitten, te weten 345 dagen cel.
Tegen de 21-jarige Hagenaar die verdacht wordt van bezit verdovende middelen en wederspannigheid bij aanhouding, eiste zij zestig dagen cel (waarvan negentien voorwaardelijk). De uitspraak is op 28 december.