DEN HAAG - De politie zet in op de opsporing van geldezels om cybercriminelen achter WhatsAppfraude aan te pakken. Op die manier vergroot de politie de kansen om bij de hoofddaders uit te komen. Het accent ligt op het verstoren van het criminele proces. Hiermee voorkomt de politie meer slachtoffers van cybercriminaliteit.
Door de coronacrisis is cybercrime, zoals oplichting via WhatsApp, flink toegenomen. Zo is de vriend-in-noodfraude een vorm van fraude waarbij een oplichter zich via de WhatsApp voordoet als vriend of bekende en slachtoffers benadert met een vraag om geld over te maken. Doet het slachtoffer dat, dan wordt het geld overgemaakt naar een bankrekening van iemand die zijn of haar rekening te beschikking stelt van de oplichter. Deze mensen worden ook wel geldezels genoemd.
Duizenden oplichters
Opsporing van cybercriminelen is lastig. ‘Er is veel informatie en onderzoek nodig om de identiteit van een cybercrimineel te achterhalen. Maar dan heb je zicht op één iemand, terwijl duizenden oplichters schuilgaan achter de wereld van vriend-in-noodfraude, zegt Yoanne Spoormans. Zij werkt bij het cybercrimeteam van de politie Oost-Nederland en is gespecialiseerd in WhatsApp-fraude. Haar team is het afgelopen halfjaar druk bezig geweest met honderden aangiftes over WhatsApp-fraude die de politie wekelijks krijgt.
Vergroot pakkans via geldezels
Alle aangiftes van vriend-in-noodfraude gaan in een systeem dat zoekt naar overeenkomsten. Het cybercrimeteam zoekt naar patronen om zo netwerken in kaart te brengen en te verstoren. De politie richt zich hierbij vooral op de geldezels, de mensen die zich door online oplichters laten verleiden om hun bankrekening ter beschikking te stellen. ‘Criminelen kunnen moeilijker het geld wegsluizen’, zegt Spoormans. ‘Bovendien zijn ze gemakkelijk te herleiden via hun bankrekening- en telefoonnummer, die ons waardevolle informatie opleveren over de criminelen die erachter zitten.’
Via de geldezels vergroten we onze opsporingskansen en komen we uit bij de hoofddaders, stelt Spoormans vast. ’Het zou ons als politie wel helpen als het gebruik van anonieme simkaarten afneemt en dergelijke kaarten niet meer worden aangeboden, zoals in de ons omliggende landen het geval is. Die simkaarten worden vaak gewisseld. Op het moment dat een slachtoffer bij ons aangifte doet, is dat telefoonnummer al niet meer in gebruik. Ook heeft de oplichter dan misschien al een nieuwe telefoon.’
Preventie
De politie zet niet alleen in op opsporing, maar werkt ook aan preventie. Spoormans. ‘We willen natuurlijk liever slachtoffers voorkomen. Daarom is preventie ook belangrijk. We willen het criminele proces op verschillende punten verstoren en het criminelen dus moeilijker maken. Dit kan door samenwerking met verschillende partijen, zoals banken, telecom en WhatsApp. Zo zouden we graag zien dat dat WhatsApp-accounts niet zomaar kunnen worden overgenomen. Bijvoorbeeld doordat WhatsApp om een extra biometrische verificatie (vingerafdruksensoren en gezichtsherkenning in mobiele telefoons) vraagt voor gebruik van WhatsApp. Daarmee voorkomen we slachtoffers.’
Aanhoudingen
Spoormans denkt dat de politie nog veel meer verdachten van vriend-in-nood-fraude kan oppakken. ‘We krijgen een steeds beter beeld van de problematiek. We lossen ook al veel zaken op. Zo zijn er de afgelopen tijd meerdere aanhoudingen geweest en onlangs zijn verdachten veroordeeld tot drie jaar cel. Maar het blijft belangrijk dat slachtoffers aangifte doen. Dat kan sinds april vorig jaar ook digitaal.’
Aangifte doen van WhatsAppfraude
Als u slachtoffer bent geworden van WhatsAppfraude, is het advies om via deze pagina aangifte te doen. Het neemt minder tijd in beslag en de aangiftes komen direct bij de juiste afdeling terecht. Als u aangifte wilt doen via internet moet u wel beschikken over een DigiD.
Uitzending
Maandag 1 februari maakt KRO-NCRV Pointer een uitzending rond dit fenomeen. Kijk om 22.15 uur naar NPO2.