DEN HAAG - “De coronacrisis was nog maar net begonnen en misbruik van deze omstandigheden was al bijna weer normaal te noemen. Dit is niet de eerste aangebrachte coronafraude en het zal ook zeker niet de laatste zijn.”

Zo begon de officier van justitie vandaag in de rechtbank Rotterdam aan zijn requisitoir. Het OM eiste onvoorwaardelijke gevangenisstraf en een werkstraf tegen twee verdachten uit Den Haag vanwege het witwassen van sommen geld die verkregen waren door oplichting met medische mondkapjes. Het OM verwijt een hoofdverdachte, een man van 46 jaar, witwassen van bijna een half miljoen euro. De zaak van de andere hoofdverdachte, een 38-jarige man, wordt op later moment behandeld. Het OM zag de rol van een medeverdachte, een 49-jarige man, als katvanger. “Vandaag moeten twee mannen zich verantwoorden voor hun rol in deze werkwijze.”, aldus de officier.

Start onderzoek

Het onderzoek startte eind april 2020 na een melding van de FIU bij de landelijke kerngroep FIOD ‘Covid-19’. Het betrof een melding ongebruikelijke transactie en oplichting met mondkapjes. “Bij aanvang van de wereldwijde Coronapandemie in februari / maart 2020 bestond grote schaarste aan medische hulpmiddelen. Er lijken verschillende criminele organisaties te opereren waarbij misbruik wordt gemaakt van deze schaarste.” Volgens de officier coördineerde de hoofdverdachte de geldstromen en hield hij de rekeningen van de katvangers in de gaten. De organisatie achter de fraude heeft door middel van valse websites mondkapjes verkocht zonder te leveren.

Bankrekeningen
De officier stelde dat er sprake was van opzettelijk witwassen van geldbedragen. Uit onderzoek door de FIOD bleek dat in nog geen anderhalve maand tijd op een aantal rekeningen grote bedragen werden gestort uit het buitenland. Op elke rekening zou wel een boeking zijn waaruit af te leiden viel dat het hier ging om betalingen voor beschermende middelen. De hoofdverdachte bleek een soort operator die volgens de officier dicht bij de organisatoren leek te staan: “Niet valt uit te sluiten dat hij echter zelf ook een initiërende rol heeft gehad.” De man coördineerde de ontvangsten en de pinopnames en had volgens het OM daarmee een belangrijke rol in het geheel. Ook vermoedde de officier dat hij veel meer geld over hield aan deze fraude dan de katvangers. Bij de verdachte draaide het om een witwasbedrag van 421.000 euro. Het OM zag de rol van 49-jarige medeverdachte als katvanger. Hij ontving de bedragen, moest ze pinnen en grotendeels weer direct afgeven. Deze verdachte had er vermoedelijk maar weinig geld voor teruggekregen en liet zich gebruiken door anderen. Toch vond de officier dat erg kwalijk: “Dat neemt niet weg dat het om een ernstig strafbaar feit gaat. Mensen zoals u maken deze soort van fraudes mogelijk en voor wat, een paar honderd euro?”


Ernst van de feiten en strafmaat
De officier vond het tekenend dat de hoofdverdachte tot op heden geen openheid van zaken wilde geven. “U lijkt onverschillig voor de schade die u aanricht met deze geraffineerde vorm van fraude. Ook heeft u misbruik gemaakt van omstandigheden die de coronacrisis met zich mee bracht en nog steeds brengt. Over de hele wereld was men op zoek naar beschermingsmateriaal en u heeft hier op schandalige wijze misbruik van gemaakt.” Tegen de hoofdverdachte eiste de officier een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee jaar met aftrek van voorarrest. De katvanger hoorde een gevangenisstraf van 180 dagen, waarvan een gedeelte voorwaardelijk en een taakstraf van 180 uur tegen zich eisen. De rechtbank doet op 19 februari uitspraak.