VLAARDINGEN - Het gerechtshof Den Haag heeft vandaag in hoger beroep een man veroordeeld tot 7 jaar gevangenisstraf vanwege een dodelijk schietincident.
De man heeft op 16 december 2020 een 26-jarige man doodgeschoten. Dat gebeurde kort na een eerdere ruzie op straat die avond, tussen een vriend van de man en het slachtoffer. De man, op dat moment net 18 jaar, rende het slachtoffer achterna en schoot hem in zijn rug. Het slachtoffer overleed korte tijd daarna.
Hogere gevangenisstraf
Het hof veroordeelt de man voor doodslag en verboden vuurwapenbezit. Het hof is van oordeel dat de man zelf de confrontatie op zocht met het slachtoffer en er geen sprake was van zelfverdediging. Hierdoor slaagt het beroep op noodweer – zoals door de verdediging werd ingebracht – niet. In soortgelijke zaken worden gevangenisstraffen van 8 tot 12 jaar opgelegd. In dit geval vindt het hof een gevangenisstraf van 8 jaar in beginsel passend, omdat de man een jonge leeftijd heeft en deskundigen vaststelden dat hij verminderd toerekeningsvatbaar is. Vanwege een forse overschrijding van de redelijke termijn verlaagt het hof de gevangenisstraf tot 7 jaar.
Veroordeling medeverdachte
Een andere man (de eerdergenoemde vriend van de verdachte) is door het hof veroordeeld vanwege het bezit van het vuurwapen waarmee het slachtoffer is doodgeschoten. De rechtbank sprak hem daar eerder van vrij.
Oordeel rechtbank
De rechtbank Rotterdam veroordeelde de man in februari 2022 tot een gevangenisstraf van 5 jaar. Tegen die uitspraak hebben de man en het Openbaar Ministerie hoger beroep ingesteld. Het Openbaar Ministerie eiste in hoger beroep een gevangenisstraf van 9 jaar.