DEN HAAG - Het is de vroege ochtend van 5 januari 2025 als er een explosie plaatsvindt bij een horecagelegenheid aan de Zusterstraat in Den Haag. De explosie levert schade op aan het pand. Een 29-jarige man uit Den Haag moet zich vandaag verantwoorden voor de Haagse rechtbank voor het teweegbrengen van de explosie met gevaar voor goederen. Het OM eiste een gevangenisstraf van 20 maanden.
De explosie vindt plaats rond drie uur in de nacht. Als agenten ter plaatse komen zien ze dat er schade is aan het rolluik en op de grond worden verse bloedsporen aangetroffen. Even verderop aan de Strandweg treft de politie een gewonde man aan. De man wordt aangehouden en uit onderzoek blijkt dat het om de verdachte gaat die bij de Zusterstraat een explosie heeft veroorzaakt.
Voorverkenning
Op beelden van de bewakingscamera is te zien dat de verdachte op voorverkenning is geweest. Zo loopt hij ongeveer een kwartier voor de explosie langs de plek. Vervolgens steekt hij een aan elkaar getapet projectiel in brand. Volgens het OM is daarmee sprake van opzet. Dat de verdachte gewond is geraakt bij de explosie aan zijn voet is volgens het OM geen reden voor strafvermindering.
“
Er is zoveel aandacht geweest voor het gevaar van explosieven en zwaar vuurwerk”, aldus de officier van justitie. “Als je een zelfgemaakt projectiel tot ontploffing brengt, dan kan je daarbij het risico lopen dat je gewond raakt.”Eis
Als strafverzwarend wordt gezien dat het explosief in een straat tot ontploffing werd gebracht, waar op dat moment veel mensen thuis waren. Tegen de man eist het OM dan ook een gevangenisstraf van 20 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk.
Cobra op het Notenplein
Eerder deze week stond er een 49-jarige man terecht voor het teweegbrengen van een explosie bij een woning aan het Notenplein in Den Haag op 1 januari 2025. De verdachte had een stofzuigerslang gevuld met een cobra en bracht deze tot ontploffing in een portiek. In deze zaak zou er sprake zijn geweest van een conflict en werd er gebruik gemaakt van een vuurwerkbom. Het OM eiste een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk geëist.
De rechtbank doet in beide zaken over twee weken uitspraak.