De aanval op de advocaat vond plaats op 26 september 2017 in Zoetermeer. Het slachtoffer werd door een onbekend gebleven jongen in de spreekkamer van haar kantoor met een mes in haar gezicht en hoofd gesneden. Via een criminele 'appgroep' op een PGP-telefoon had een van de mededaders de opdracht aangenomen om de advocaat te verminken. Volgens een vooropgezet en gedetailleerd plan is uitvoering gegeven aan die opdracht. De man was daarbij intensief betrokken. Hij heeft de afspraak met de chauffeur gemaakt en reisde met de mededaders van Amsterdam naar Zoetermeer. De chauffeur bracht de steker na de aanval terug naar Amsterdam. De man heeft steeds contact gehouden met de chauffeur via een telefoonnummer dat alleen op de dag van de aanval in gebruik was. De man heeft bovendien zijn kleding en gedrag vooraf afgestemd met een van de mededaders, om zo als dubbelganger te fungeren of verwarring te zaaien.
Het gerechtshof heeft de man vrijgesproken van poging moord, omdat daarvoor onvoldoende bewijs is. De man was niet aanwezig bij de aanval op de advocaat en wist alleen dat zij verminkt moest worden, niet gedood. Om die reden is een lagere straf opgelegd dan op 17 maart 2021.
Het gerechtshof heeft onder andere in de strafmaat betrokken dat het slachtoffer door de aanval voor het leven is getekend. Zij heeft meerdere littekens overgehouden aan de aanval, waarvan de meest prominente vanaf haar oor tot het midden van haar wang. Zij heeft haar carrière als advocaat als gevolg van deze aanval moeten beëindigen. Ook houdt het hof er rekening mee dat de man tot op heden geen verantwoordelijkheid heeft genomen voor zijn handelen en de gevolgen daarvan. In sterk strafverzwarende zin houdt het hof er bovendien rekening mee dat het slachtoffer werkzaam was als advocaat en in die hoedanigheid is aangevallen. Het hof heeft opnieuw overwogen: “Voor een goed functionerende rechtsstaat is het van groot belang dat advocaten hun werk in vrijheid kunnen doen. Het hof is daarom van oordeel dat een langdurige vrijheidsbeneming in de rede ligt voor degenen die dat belang niet inzien en niet terugdeinzen voor het plegen van een aanval op een togadrager".
Het gerechtshof heeft een gevangenisstraf van 7 jaar en 6 maanden opgelegd. Daarnaast bepaalt het gerechtshof de straf voor twee andere in 2018 gepleegde strafbare feiten (verboden wapenbezit en belediging van een ambtenaar) op 6 maanden gevangenisstraf.
De man heeft twee weken de tijd om in cassatie te gaan tegen deze uitspraak.