DEN HAAG - Wekenlang bivakkeerde een 28-jarige Hagenaar in de woning van zijn 35-jarige ex-vriendin aan de Wognumstraat. Ondertussen lag haar lichaam op de bank, afgedekt met een stapel dekens en andere spullen. Volgens het OM heeft de man zijn ex in september 2020 gewurgd. De officier van justitie eiste vandaag tegen de Hagenaar twaalf jaar cel voor doodslag en daarnaast TBS met dwangverpleging.
Het slachtoffer had sinds 2019 een relatie met de voorheen dakloze man. Die trok bij haar in maar hij bleek agressief en gewelddadig. De vrouw besprak dit onder meer met een vriend. Zij wilde de relatie beëindigen en de Hagenaar uit haar huis hebben.
Op 16 oktober 2020 werd aangifte gedaan van haar vermissing. De politie trof haar lichaam uiteindelijk op 24 oktober aan op de bank van haar eigen woning onder een stapel dekens en spullen.
Langer dan drie weken dood
Uit het onderzoek dat volgde bleek dat het slachtoffer door verwurging om het leven was gekomen. Volgens de patholoog was zij minimaal een week dood. Andere forensische deskundigen achtten het mogelijk dat ze al langer dan drie weken overleden was.
Uitgebreid DNA-onderzoek leverde veel sporen op die matchten met het DNA van de verdachte. Dat gold onder meer voor sporen aan de hals van het slachtoffer. Verder concludeerde de politie aan de hand van haar telefoongedrag (dat plotseling stopte) dat de vrouw waarschijnlijk rond 21 september 2020 om het leven is gebracht.
IP-adres
Al die tijd (totdat op 17 oktober 2020 de politie tevergeefs aan de deur was verschenen) verbleef de verdachte in de woning. Dat volgt uit het feit dat zijn telefoon in die periode geregeld gebruik maakte van het IP-adres van de bovenbuurman. Het blijkt dat hij zelfs naast het lichaam op de bank zat te eten.
Ook heeft hij volgens het OM geprobeerd om via mobiel bankieren bij het geld van de vrouw te komen. Toen dat niet lukte, heeft hij op haar naam vouchers van Social Deal besteld. Daarmee trakteerde hij zijn broer op een etentje en sliep een nachtje in een hotel. Het viel zijn broer op dat de verdachte toen een goudkleurige telefoon bij zich had, de telefoon van het slachtoffer.
Spullen verkocht
Ook bood de man volgens het OM keukenapparatuur van de vrouw te koop aan op Marktplaats en zou hij een deel van haar sieraden hebben verkocht. Dit alles wijst erop dat de verdachte op zijn minst wist dat zijn ex-vriendin niet meer leefde.
Na het politiebezoek op 17 oktober 2020 was de man verkast naar zijn broer in Zoetermeer. Op 22 oktober 2020 werd hij gehoord door de politie en verklaarde hij dat hij sinds drie weken niet meer in haar woning was geweest. Een aantoonbaar leugenachtige verklaring, zoals later bleek.
Ontkenning
De verdachte blijft ontkennen iets met de dood van het slachtoffer te maken te hebben. Maar volgens de officier van justitie is er voldoende bewijs tegen hem. “Natuurlijk heeft verdachte het recht om te zwijgen. Maar daarmee heeft hij de onzekerheid voor de familie van het slachtoffer lang laten voortduren. En vanaf het moment dat duidelijk werd hoe het slachtoffer om het leven is gekomen, leeft bij hen in het bijzonder de vraag: waarom? Wat is er gebeurd? Hoe bestaat het dat iemand in staat is tot zoveel kwaadaardigs? Dat iemand zo omgaat met een vriendin die hem uit de goedheid van haar hart ooit bij haar in huis nam?”
Zij neemt het de verdachte kwalijk dat hij lang de onschuldige getuige heeft gespeeld. Verzwarend is voor haar ook dat de vrouw in haar eigen huis is gedood en het gedrag van de verdachte na afloop. Zo zou hij zelfs via haar telefoon een berichtje hebben gestuurd naar haar moeder om die gerust te stellen en nog even vijftig euro af te troggelen.
Strafeis
In haar strafeis houdt de officier er rekening mee dat de man volgens het Pieter Baan Centrum zwakbegaafd is en een persoonlijkheidsstoornis heeft met antisociale en borderline kenmerken. Ook is hij verslaafd aan cannabis en alcohol.
Alles afwegende komt de officier van justitie tot een strafeis van twaalf jaar cel en TBS met dwangverpleging. De uitspraak is over twee weken.