DEN HAAG - De rechtbank in Den Haag heeft vandaag vier jongens tussen de 15 en 19 jaar veroordeeld tot een onvoorwaardelijke jeugddetentie variërend van 38 tot 42 dagen voor het mishandelen van een man op 25 maart 2020 in Den Haag. De straf is gelijk aan de tijd die de jongens in voorarrest hebben gezeten. Daarnaast krijgen zij als bijkomende straffen een leerstraf en/of werkstraf opgelegd. Ook moeten zij aan het slachtoffer een schadevergoeding betalen.

Geen respect
Het slachtoffer liep met zijn vriendin aan de Laan van Wateringseveld en vroeg aan de jongens of hij er langs mocht en of ze vanwege het coronavirus afstand wilden houden. Een van de jongens ging toen heel dicht bij het slachtoffer staan. Toen het slachtoffer zijn arm strekte om hem op afstand te houden, raakte hij hem licht. Hierop begonnen de jongens het slachtoffer te slaan en werd hij, toen hij op de grond lag hard, tegen zijn hoofd, handen en lichaam geschopt. Dat het letsel relatief beperkt is gebleven, is niet aan de verdachten te danken. Ze hebben geen enkel respect getoond voor de lichamelijke integriteit van het slachtoffer. Uit de slachtofferverklaring blijkt dat de mishandeling veel impact heeft gehad. Naast lichamelijke klachten, heeft de man ook een trauma opgelopen.

​Straf
Gezien de jonge leeftijd van de verdachten vindt de rechtbank een onvoorwaardelijke jeugddetentie gelijk aan het voorarrest een passende straf. Ook de leerstraf vindt de rechtbank in twee van de zaken noodzakelijk. Daarnaast legt de rechtbank de jongens een proeftijd van twee jaar op. In het eerste jaar van deze proeftijd mogen ze geen contact met de medeverdachten hebben.