Aanvankelijk vertelde het slachtoffer nog aan de politie dat hij was overvallen door een onbekende die bij hem had aangebeld. Pas later gaf hij toe de verdachte te kennen, maar bang voor hem was. Bang dat hij zou terugkomen als hij een verklaring over hem aflegde.
Het slachtoffer vertelde dat verdachte hem uit het niets had neergeslagen en daarna door hem werd gestoken terwijl verdachte om geld vroeg. Uiteindelijk heeft het slachtoffer geld gegeven. Verdachte is kort daarna te zien op camerabeelden bij paleis Huis ten Bosch, waar hij het gebruikte mes verliest.
Geen noodweer
In zijn verklaring stelde verdachte dat het slachtoffer juist hem aanviel met een mes en dat hij zich heeft moeten verweren. Dat staat haaks op de verklaring van het slachtoffer. "Van meet af aan hebben we uitvoerig onderzoek gedaan naar beide scenario's," vertelde de officier van justitie op zitting. "Er is onder meer uitgebreid forensisch onderzoek gedaan in de woning, er heeft een reconstructie plaatsgevonden en het slachtoffer is verhoord. De conclusie van dit alles is wat mij betreft dat de verklaring van verdachte niet aannemelijk is."
Verdachte vertelde dat hij het mes waarmee hij was aangevallen onder de tafel had geschopt, maar tijdens de reconstructie moest hij toegeven dat dit onmogelijk was. Onder de tafel was geen ruimte. En ook onder de bank of het tv-meubel werd geen mes aangetroffen. Het mes dat het slachtoffer gebruikt zou hebben lag in een keukenla onder ander bestek, zonder enig spoor van bloed. Omdat zowel het slachtoffer als de woning onder het bloed zaten, kan hij dat daar volgens de officier van justitie nooit schoon hebben teruggelegd. Ook op andere punten verklaarde verdachte steeds verschillend, terwijl de verklaring van het slachtoffer consistent en verifieerbaar was.
Kwaad daglicht
Verdachte heeft het slachtoffer volgens het Openbaar Ministerie levensgevaarlijk verwond en daarna ook nog eens zijn telefoon meegenomen, zodat hij niemand kon bellen. Dat het slachtoffer nog leeft, is enkel te danken aan snel en adequaat ingrijpen van de hulpdiensten. Het slachtoffer heeft zes dagen op de intensive care gelegen en draagt nog altijd de zichtbare en onzichtbare littekens van de aanval op zijn leven.
Daarnaast heeft verdachte in zijn verklaringen geprobeerd het slachtoffer in een kwaad daglicht te stellen. In tegenstelling tot wat verdachte verklaarde was het slachtoffer op geen enkele wijze bekend bij de politie, en dat hij het geweld over zichzelf zou hebben afgeroepen is volgens het Openbaar Ministerie dus ook volstrekt niet aan de orde.
Het Openbaar Ministerie eiste een gevangenisstraf voor de duur van 8,5 jaar. Over twee weken doet de rechtbank uitspraak.