De man werd op 6 februari 2024 aangehouden. Sindsdien heeft de politie zich ingespannen om zo veel mogelijk slachtoffers te identificeren en de meisjes en/of hun ouders te benaderen. In alle gevallen hebben zij aangifte gedaan. Toen de voorlopige dagvaarding werd opgesteld konden daarop negen geïdentificeerde slachtoffers worden opgenomen, anderen zullen later volgen. Het onderzoek is nog in volle gang.
Ondanks het maatschappelijk belang is de aanhouding van verdachte niet eerder bekendgemaakt, om eerst in alle rust onderzoek te kunnen doen en slachtoffers te kunnen identificeren en benaderen. Het Openbaar Ministerie kiest ervoor om nu wel met de zaak naar buiten te treden, omdat op 14 mei een eerste openbare (pro forma) zitting bij de rechtbank staat gepland.
Werkwijze
Bij verdachte thuis werden meerdere gegevensdragers in beslag genomen. Daarop zijn tot nu toe zeker 3.000 kinderpornografische bestanden gevonden. Op de bestanden is te zien dat meisjes zichzelf fotograferen of filmen terwijl zij naakt poseren en in de meeste gevallen ook seksuele handelingen bij zichzelf verrichten. Onder meer op basis van een gebruikersnaam die in sommige gevallen was te zien, kon een deel van deze meisjes worden geïdentificeerd en benaderd door de politie.
Verdachte had een specifieke werkwijze. In bijna alle gevallen benaderde hij meisjes via social media zoals Snapchat en TikTok. Hij deed zich voor als een meisje dat werkte bij een modellenbureau. Het bureau zou op zoek zijn naar nieuwe modellen en vroeg daarom foto's, eerst onschuldig en daarna steeds verdergaand.
Verdachte heeft een bekennende verklaring afgelegd en daarin deze werkwijze bevestigd. Eventuele slachtoffers of ouders die deze aanpak herkennen, kunnen contact opnemen met de zedenpolitie in hun eigen regio, via 0900-8844.
Digitale ontucht
Omdat verdachte in nauw contact stond met de meisjes toen hij ze aanzette tot het verrichten van seksuele handelingen, wordt dit ten laste gelegd als ontucht met minderjarige meisjes (via een digitale verbinding). Hij gebruikte het materiaal dat hij van de meisjes kreeg ook om te ruilen op internet, dat wordt ten laste gelegd als het verspreiden van kinderporno. Het kinderpornografisch materiaal dat hij op deze wijze terug kreeg, en het materiaal dat hij zelf van de meisjes had ontvangen, ziet het Openbaar Ministerie als bezit van kinderporno.