AMSTERDAM/DEN HAAG - De rechtbank veroordeelt een 22-jarige man uit Den Haag en een 26-jarige man uit Amsterdam voor het gijzelen van een Belgische man in Acquoy. De 22-jarige man krijgt een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk. Zijn 26-jarige mededader krijgt een gevangenisstraf van 42 maanden.
Op 30 maart 2024 werd het slachtoffer – door onbekend gebleven personen – ontvoerd in Antwerpen en vervolgens naar een loods in Acquoy gebracht. Daar bonden ze de man vast op een stoel in een melkput. In de melkput stond een laagje water. Meerdere mannen bewaakten het slachtoffer en hij mocht niet van de stoel af. Wanneer hij in slaap dreigde te vallen, gooiden de bewakers water over hem heen. Ook werd er gebruik gemaakt van een wapen. Het slachtoffer voelde dat het ijzer tegen zijn achterhoofd aan werd gezet. Op 2 april 2024 kwamen twee werklieden in de loods. De bewakers vluchtten. Zo kon het slachtoffer zichzelf bevrijden. Hij bleek bij zijn bevrijding onderkoeld te zijn en stonk erg naar urine. Het slachtoffer werkte bij de havens van Antwerpen en deed de planning van de containerterminals. De rechtbank gaat uit van een ontvoering in een zwaar crimineel verband.
Dossierbewijs
De 26-jarige man verklaarde niet in de loods te zijn geweest. De 22-jarige man bekende tijdens de zitting dat hij in de loods aanwezig was en dat hij het slachtoffer moest bewaken. Volgens de rechtbank blijkt uit de telefoongegevens, de getuigenverklaring en de overeenkomstige beschrijving van de jas van de man, dat de 26-jarige man wel aanwezig was in de loods. Uit de verklaring van de 22-jarige man blijkt volgens de rechtbank dat het slachtoffer door meerdere personen werd vastgehouden.
Toen één van de werklieden een foto wilde maken van de auto waarmee de 26-jarige man in de loods was, reed de man weg. Aan de hand van het kenteken van de auto hield de politie de Amsterdammer aan op de A2. De auto bleek niet op naam van de man te staan. In de auto troffen de agenten op de bijrijdersstoel een doorgeladen vuurwapen aan.
Strafbepaling
Dat de 22-jarige en 26-jarige mannen niet bij de ontvoering in Antwerpen betrokken waren, neemt niet weg dat zij – door het bewaken van het slachtoffer – meehielpen met het gijzelen van het slachtoffer.
De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van 4 jaar en 6 maanden voor de 26-jarige man. De rechtbank vindt in de regel in zaken zoals deze een gevangenisstraf van 3 jaar passend. De rechtbank ziet geen redenen om van dit uitgangspunt af te wijken. Daarnaast had de man een doorgeladen vuurwapen ter beschikking.
Voor de 22-jarige man eiste de officier van justitie een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk. Daarnaast vorderde de officier van justitie dat aan de voorwaardelijke gevangenisstraf bijzondere voorwaarden worden gekoppeld, zoals geadviseerd in de rapportage van de reclassering. De rechtbank ziet aanleiding om in het voordeel van de man enigszins af te wijken van het uitgangspunt van 3 jaar en legt de man een straf op die gelijk is aan de eis van de officier van justitie.