Onderzoek Taxus startte in november 2016 met als doel het criminele netwerk rond Piet S. in kaart te brengen. Bij het Team Criminele Inlichtingen (TCI) waren tientallen berichten binnengekomen dat Piet S. zich bezighield met grootschalige cocaïnehandel en juist weer een flinke klapper had gemaakt. "Hij heeft zoveel geld verdiend, dat hij het momenteel niet kwijt kan", luidde een van de berichten.
Onder leiding van het Openbaar Ministerie is de politie toen een onderzoek gestart op de verdenking dat Piet S. samen met anderen misdrijven pleegde. Welke misdrijven precies, en met wie hij samenwerkte, dat zou het onderzoek Taxus dan moeten uitwijzen.
De criminele organisatie
Het Openbaar Ministerie meent dat in het onderzoek Taxus een criminele organisatie aan het licht is gekomen die zich niet bezig hield met één soort drugs. Cocaïne, heroïne, hennep, synthetische drugs en de grondstoffen daarvoor; elke kans op een handeltje die voorbij kwam werd aangegrepen. De deelnemers aan het criminele samenwerkingsverband hadden elk eigen specialisaties en deelden die kennis en kunde met anderen, zodat ze van elkaar konden profiteren en elkaar verder konden helpen.
Geld werd volgens het Openbaar Ministerie witgewassen via een constructie van bedrijfjes – de 8 rechtspersonen die worden vervolgd. Crimineel geld lijkt te zijn omgezet in luxe auto's, dure merkhorloges, zonnebankstudio's en onroerend goed in Nederland en Spanje.
Gedisciplineerd
Het netwerk bleek veel groter dan bij aanvang van het onderzoek kon worden vermoed. Ook schermden de verdachten hun criminele activiteiten goed af en waren ze daarin zeer gedisciplineerd. In het onderzoek Taxus zijn daarom veel bijzondere opsporingsmiddelen ingezet. Zo werd vertrouwelijke communicatie opgenomen, zijn verdachten gevolgd en was samenwerking met andere landen onmisbaar. Vooral Spanje speelde een belangrijke rol.
Van de 27 personen en 8 rechtspersonen die nu voor de rechter komen, maakten volgens het Openbaar Ministerie 18 personen en 6 rechtspersonen deel uit van de criminele organisatie.
Langdurig onderzoek
Na bijna vier jaar, op 16 september 2020, is het onderzoek 'geklapt' en zijn verdachten aangehouden. Pas daarna kon het financiële onderzoek beginnen op basis van inbeslaggenomen administratie. In oktober 2022 is het dossier verstrekt aan de rechtbank en advocaten.
"Er is veel tijd en menskracht geïnvesteerd in Taxus", aldus plaatsvervangend hoofdofficier van justitie Marjolein Hoogland. "Maar in een dergelijke zaak is dat noodzakelijk. Om goed zicht te krijgen op het achterliggende netwerk en de activiteiten van verdachten, de verbanden, moet je langdurig onderzoek doen. Dat is complex en tijdrovend, maar levert uiteindelijk meer effect op dan een 'korte klap' en vervolging voor één enkel misdrijf."
70.000 pagina's
Het dossier van Taxus beslaat meer dan 70.000 pagina's. Voor de behandeling heeft de rechtbank in Den Haag vier maanden lang drie dagen per week uitgetrokken. In maart wordt met de verdachten de verdenking van handel in verdovende middelen besproken. In april zal het gaan over witwassen. Begin mei komen overige strafbare feiten aan de orde, zoals het dreigen met en toepassen van geweld, afpersing, wapenbezit en het illegaal aanbieden van online gokken.
Het Openbaar Ministerie spreekt op 22, 23, 25 en 26 mei het requisitoir uit en komt dan met de strafeisen. Daarna zullen de advocaten van de verdachten in de maand juni mogen pleiten. De rechtbank doet naar verwachting in het najaar uitspraak.