DEN HAAG - ‘In deze zaak staat niet ter discussie dat het verdachte is geweest die heeft gestoken. Waar het vandaag over gaat is of er sprake is geweest van een noodweersituatie.’ Zo begon de officier van justitie zijn bijdrage aan de strafzaak tegen een 50-jarige Hagenaar. Die heeft bekend in april 2020 in de Haagse Weimarstraat een 36-jarige man meerdere keren te hebben gestoken. Het slachtoffer overleed ter plekke. De verdachte beroept zich op noodweer(exces).In de nacht van zaterdag 17 op zondag 18 april 2020 liep de verdachte over de Weimarstraat. Er kwam een man langs fietsen, het latere slachtoffer. De fietser reed naar de verdachte en begon vanuit het niets ruzie te maken. De twee kenden elkaar niet. Bij de ruzie vielen over en weer ook klappen. Een getuige die langsreed, heeft dit alles gezien.
Wat er daarna gebeurde, kan alleen worden afgeleid uit de verklaring van de verdachte en het forensisch bewijs. De verdachte stelt dat hij op de grond viel met de 36-jarige bovenop zich. De verdachte voelde zich hierdoor zo bedreigd dat hij de 36-jarige stak met het mes dat verdachte altijd bij zich draagt.
Veertien steekwonden
Uit het forensisch onderzoek blijkt dat het slachtoffer veertien keer is gestoken. Vier van die verwondingen waren dodelijk. Verder zijn op de schoenen van verdachte en op de onderzijde van zijn broek kleine bloedspettertjes van het slachtoffer gevonden. Dat zou kunnen duiden op bloed dat van de grond terug omhoog is gespat. En dat zou kunnen betekenen dat verdachte en slachtoffer beiden nog stonden toen verdachte de eerste keer toestak.
De verdachte had zelf lichte hoofdverwondingen overgehouden aan de ruzie. Die verwondingen komen overeen met vuistslagen in het gezicht. Toxicologisch onderzoek toonde aan dat de 36-jarige onder invloed was van alcohol. Ook had hij verschillende medicijnen gebruikt waaronder diazepam. In het verleden heeft hij psychoses gehad waarvoor hij onder behandeling stond.
Zelf bij politie gemeld
Voor de verdachte spreekt dat hij zich meteen na het gebeurde in paniek meldde bij de politie. Hij verklaarde dat hij in zijn gezicht was geslagen door een man en dat hij die persoon met een mes had gestoken. Dat mes draagt hij naar eigen zeggen bij zich omdat zijn broer en buurjongen gewelddadig om het leven zijn gekomen en hij zich wil kunnen verdedigen.
Het staat vast dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan doodslag. De vraag is vooral of hij al dan niet terecht een beroep kan doen op noodweer. De officier van justitie stelde dat het logisch is dat verdachte zich verdedigde. Maar dat het gebruik van een mes en de vele keren dat verdachte heeft gestoken, niet proportioneel was.
Noodweer-exces?
Ook kan de verdachte volgens de officier van justitie geen beroep doen op noodweer-exces. Dat zou betekenen dat de verdachte in zo’n hevige gemoedstoestand was dat hij buiten proporties reageerde in zijn verdediging. “Er was sprake van een stressvolle situatie,” aldus de officier. “Maar verdachte was zich bewust van de situatie, wist wat er gebeurde en wist ook wat hij deed. Ook moet mee worden gewogen dat verdachte een mes bij zich had en bij hem de wil bestond om zich daarmee te verdedigen.”
De officier van justitie eiste tegen de 50-jarige Hagenaar zes jaar cel wegens doodslag. De uitspraak is over twee weken.