DEN HAAG - Met een vooropgezet plan kwamen tientallen relschoppers afgelopen februari naar de Fruitweg in Den Haag, om daar een bijeenkomst van de Eritrese gemeenschap te beëindigen. 'Plan B' heette het. Als de overheid de bijeenkomst niet zou tegenhouden, zouden ze het zelf wel doen. Met geweld. Vier relschoppers staan deze week terecht, onder wie een van de belangrijkste ophitsers.


In een zalencentrum aan de Fruitweg was die avond een bijeenkomst van de Eritrese gemeenschap. Tegenstanders van het regime vroegen om die bijeenkomst te verbieden, maar dat gebeurde niet. Daarop besloten ze zelf het heft in eigen handen te nemen, 'Plan B' werd in werking gesteld. "Plan B gebruikt geweld als Plan A is mislukt," aldus een 48-jarige verdachte uit Utrecht. Hij wordt gezien als een van de belangrijkste ophitsers die vooraf anderen optrommelde om naar Den Haag te komen.

Het is duidelijk dat de groep er alles aan heeft gedaan om die avond tot de rellen te komen. Bussen die de bezoekers van de bijeenkomst naar de geheime locatie brachten, werden gevolgd om zo die plek te achterhalen. Daarna ging het als een lopend vuurtje: via appgroepen werd de locatie gedeeld en uit alle hoeken van het land spoedde men zich naar dat zalencentrum. Onder geparkeerde auto's werden ondertussen stokken, een hockeystick en metalen staven verstopt. Binnen anderhalf uur stond op de Fruitweg een groep tegenover de politie, klaar om te vechten, omdat de overheid in hun ogen 'de vijand' beschermde.

Overheid aangevallen

Twee verdachten van 20 jaar en 26 jaar moesten zich deze week voor de rechter verantwoorden voor het gooien van stenen naar ME-agenten of tegen politiebusjes. De officier van justitie vond het moeilijk te begrijpen dat ze van hun woonplaats Maastricht helemaal naar Den Haag waren gekomen om met zo veel geweld de overheid en in het bijzonder de politie aan te vallen, toen die niet deed wat zij wilden. "Precies datgene waarvoor ze naar Nederland zijn gevlucht, namelijk vrijheid en veiligheid, hebben ze met grof geweld aangetast en ondermijnd in het land dat hen heeft opgevangen."

De politie moest die avond alles in het werk zetten om de doodsbange bezoekers in het zalencentrum (waar ook nog een bruiloft en een feest aan de gang waren) te beschermen. Zelfs voor de inzet van traangas werd toestemming gegeven. Ruim drie uur lang heeft de politie zich met man en macht moeten verdedigen terwijl de relschoppers bleven terugkeren, brand stichtten, versperringen opwierpen en met stenen gooiden.

Trots

Een 48-jarige verdachte uit Utrecht wordt door het Openbaar Ministerie gezien als een van de belangrijkste ophitsers. Hij riep mensen via appgroepen op om naar Den Haag te komen, met maar één doel: de bijeenkomst in het zalencentrum mocht niet doorgaan. Ze moesten vooral slag- en steekwapens meenemen. Ter plekke gedroeg hij zich op 17 februari als een leidersfiguur, die tussen het zelf gooien van stenen door ook anderen aanstuurde. Daarnaast was hij betrokken bij het in brand steken van een van de touringcars, waarmee de bezoekers naar de bijeenkomst waren gekomen. De bus brandde volledig uit, auto's in de buurt raakten beschadigd, en ruiten van gebouwen gingen kapot door de hitte.

Na de rellen verzamelde een groep relschoppers zich in het Zuiderpark, waar de verdachte ze toesprak. Hij was trots op wat ze die avond hadden gedaan en laten zien. Ook de volgende dag bleek uit appberichtjes dat hij trots was op zijn medestrijders en het geweld dat was gepleegd. "Alsof er geen politie was, hebben wij brand gesticht," schreef hij. "Twee van hun auto's zijn uitgebrand." Ook auto's van de politie waren doelwit van brandstichting geworden.

De man stond terecht voor nog meer strafbare feiten. Hij radicaliseerde in zijn strijd tegen het regime in Eritrea en is één van de oprichters en leiders van de Brigade Nhamedu. Als leider van deze bijna paramilitaire organisatie zette hij zijn volgelingen op de gewelddadige confrontatie aan te gaan met aanhangers van het regime. Hij heeft volgens het Openbaar Ministerie opgeruid tot de rellen in Giessen in Duitsland in 2023, beledigde en bedreigde een vrouw die volgens hem een aanhanger was, en riep op diplomaten op te hangen of hun hoofden af te snijden.

Politie als vijand

Het Openbaar Ministerie ziet drie verdachten die fel gekant zijn en blijven tegen bijeenkomsten van regimegezinde Eritreeërs. De 48-jarige verdachte verklaarde dat iedere voorstander van het regime zijn vijand is. En als de politie tussen hen komt te staan, zullen ze ook daarmee de gewelddadige confrontatie aangaan. En de rode draad in de verklaringen van alle verdachten is dat het niet tot rellen was gekomen als de overheid gewoon de bijeenkomst in het zalencentrum had verboden. Maar dat is het nu juist, benadrukte de officier van justitie. "In Nederland heeft iedereen, en dus ook aanhangers van de huidige machthebber in Eritrea, het recht om bijeen te komen."

Het Openbaar Ministerie eiste tegen de 20-jarige verdachte 6 maanden cel waarvan 2 voorwaardelijk en tegen de 26-jarige verdachte 8 maanden waarvan 2 voorwaardelijk. Tegen de aanstichter van de rellen, die dus ook nog voor een veelheid aan andere strafbare feiten terecht stond, eiste het Openbaar Ministerie 4,5 jaar cel.

Andere zaken

Op zitting besloot de rechtbank de zaak van een 30-jarige man uit Helmond voor onbepaalde tijd aan te houden, omdat die zich nu toch wel door een advocaat wilde laten bijstaan.

In mei stonden al tien verdachten terecht voor hun betrokkenheid bij de rellen, negen van hen werden door de rechtbank veroordeeld tot gevangenisstraffen van 4 tot 12 maanden, waarvan 2 tot 4 maanden voorwaardelijk. In oktober staan nog eens twaalf verdachten terecht en begin 2025 volgen er nog minstens acht.