Het onderzoek startte in november 2016 met de verdenking dat de bekende Haagse crimineel Piet S. (67) zich nog altijd schuldig maakte aan invoer, export en productie van allerlei soorten drugs en de voorbereidingen daarvan. Bijna vier jaar werd er onderzoek gedaan, voordat in september 2020 verdachten werden opgepakt. Gedurende het onderzoek kwam er zicht op een vast crimineel netwerk rond Piet S. en de aanwas daarbij. "Verdachten die nu zijn meegenomen in het onderzoek rond Piet S., maar die ieder voor zich ook een strafrechtelijk onderzoek waard zouden zijn," aldus de officieren van justitie.
Piet S. pleegde volgens het Openbaar Ministerie jarenlang strafbare feiten en had daarvoor drie drijfveren: geld, gewoonte en status. Voor de medeverdachten gold nog een vierde drijfveer: loyaliteit aan Piet S.. Het Openbaar Ministerie heeft hem deze week in het requisitoir omschreven als de eindbaas, die bepaalde wat er gebeurde.
Continu proberen
Het Openbaar Ministerie stelt dat Piet S. in elk geval 4.600 kilo cocaïne heeft ingevoerd (verkoopwaarde vele tientallen miljoenen euro's) en heeft meegedaan in een partij hasj. Verder staat het dossier bol van de voorbereidingshandelingen door hem en de medeverdachten. Dus pogingen om iets voor elkaar te krijgen, zonder dat dit is gelukt. "En waarom dat toch erg is?" vroegen de officieren van justitie zich hardop af. "Omdat het aantoont waar het de verdachten om te doen was. Namelijk wél drugs invoeren, uitvoeren en produceren."
De officieren van justitie schetsten de enorme hoeveelheid en intensiteit van die pogingen. "Een continue zoektocht naar een window of opportunity, een manier om wél een container vol cocaïne in te voeren of een grote partij XTC-pillen te produceren. Dat houdt de georganiseerde drugscriminaliteit in stand."
Nette vent viel niet op
Om al het crimineel verdiende geld niet te verliezen, zochten Piet S. en de zijnen manieren om zich niet in de kijker van politie en justitie te spelen. Er was een criminele organisatie op zich voor nodig om de uitgaven en criminele geldstromen in de onderwereld te verhullen. Piet S. leunde daarvoor op de 50-jarige Mark K., de "ultieme witwasfacilitator". K. had volgens de officieren van justitie verstand van financiële zaken en witwasconstructies, en nog belangrijker: "Hij was een nette vent, die niet opviel in de bovenwereld."
K. beheerde de BV's die in feite door Piet S. werden gebruikt om zijn criminele geld te investeren. Er werd op grote schaal gehandeld en geruild in auto's, horloges, onroerend goed, net zo lang tot niemand meer kon zien waar het geld in oorsprong eigenlijk vandaan kwam.
Naïviteit loslaten
De verdachten hebben zichzelf op zitting niet heiligverklaard, maar presenteerden zich vooral als boefjes die misschien af en toe langs de randjes schuurden of niet helemaal alle regeltjes goed hebben nageleefd. Echt fout zaten ze niet. Maar het Openbaar Ministerie ziet dit duidelijk anders.
"Alle naïviteit die eventueel nog zou kunnen bestaan over de omvang en ernst van georganiseerde drugscriminaliteit, verdwijnt als sneeuw voor de zon zodra je begint te lezen in het dossier Taxus. En let ook op de strafbare feiten die er nog allemaal mee samenhangen, zoals witwassen, omkoping, wapenbezit en geweldsfeiten."
Bescherming van de goedwillende burger
Wie het dossier leest kan zich verbazen over het gemak, de intensiteit en de luchtigheid waarmee over strafbare feiten werd gesproken en ze ook werden gepleegd. En het plegen van drugsmisdrijven werd binnen het netwerk net zo normaal gevonden als bijvoorbeeld wapenbezit of geweld en afpersing.
Voor de verdachten zijn de brave burgers, dus mensen die netjes belasting betalen en hun steentje bijdragen, sukkels. Het is de taak van het Openbaar Ministerie om die brave burger te beschermen, en de norm te bewaken die we met zijn allen hebben afgesproken. "Die norm staat in de wet, en daar staat ook welke straf erop kan staan als je die norm overtreedt. Voor de verdachten moet dit als ingecalculeerd risico worden beschouwd: wie strafbare feiten pleegt, loopt het risico om daarvoor op de blaren te moeten zitten."
Strafeisen - Piet S.
In Piet S. ziet het Openbaar Ministerie de eindbaas van de criminele organisatie. Wat Piet S. wilde, gebeurde ook. Anderen noemen hem patron, baas en baba. Ze profiteren mee van zijn succesvolle drugshandel en daarvoor werd loyaliteit verwacht. Ging je tegen hem in, dan stond je wat te wachten, zoals te horen op een opgenomen gesprek: "Ik schiet je door je kop heen, kankerlijer!" Later zei hij daarover tegen anderen: "Als ik zeker had geweten dat het hier leeg was, had ik hem doodgeschoten." Tegen Piet S. eiste het OM 16 jaar cel.
Essentieel voor de drugshandel van de criminele organisatie was de 71-jarige Gijs van T., die volgens het Openbaar Ministerie eerste aanspreekpunt was voor het regelen van transport. Ook had hij veel kennis over de productie van synthetische drugs, kennis die hij deelde zodat anderen ermee aan de slag konden. Tegen hem eiste het OM 10 jaar cel.
Strafeisen - Internationale handel
In de internationale contacten komen verschillende verdachten als onmisbaar naar voren. Mohammed el Y. (62) was volgens het OM voor Piet de ingang in Marokko, de grote man als er hasjtransporten geregeld moesten worden. Tegen hem werd 9 jaar cel geëist. Jonathan M. (39) was de Spaanse taal machtig en voor het criminele netwerk onmisbaar als tolk. Zonder hem konden er geen gesprekken plaatsvinden in Zuid-Amerika. Het Openbaar Ministerie eiste 3 jaar cel.
De 39-jarige Hassan K. was volgens Openbaar Ministerie hard op weg om een hele grote te worden in de internationale drugshandel. Daarvoor waren de ingangen en contacten van Piet S. bijzonder handig. Hij behoorde tot de intimi van Piet S., werd door hem geregeld naar voren geschoven en werkte met hem samen bij het opzetten van transportlijnen vanuit Zuid-Amerika. Het Openbaar Ministerie eiste tegen Hassan K. 10 jaar cel.
Strafeisen - Witwassen
De "nette vent" Mark K. was volgens het Openbaar Ministerie onmisbaar om het crimineel verdiende geld wit te wassen. Ook stelde hij zijn bedrijfsruimte beschikbaar voor ontmoetingen, ook als daarbij mensen werden bedreigd en afgeperst. Het OM eiste tegen hem 6 jaar cel. Ook de 63-jarige Roger V. was belangrijk voor de financiële pijler van de criminele organisatie. Als 'boekhouder' hield hij lijstjes en excel-bestanden bij met de inkomsten en uitgaven, en beheerde de grote sommen contant geld. Het Openbaar Ministerie eiste tegen hem 4 jaar cel.
Ook de andere verdachten hadden elk een eigen specifieke rol binnen de organisatie. Overige strafeisen variëren van 8 maanden cel tot 11 jaar cel. Ook voor zes rechtspersonen, de bedrijven die door Mark K. werden beheerd en voor de organisatie zijn gebruikt, werd een afdoening gevraagd, namelijk een boete van 25.000 euro per rechtspersoon.
Uitspraak in het najaar
In de maanden juni en juli zullen de advocaten van de verdachten het woord krijgen. Na hun pleidooien volgen nog repliek en dupliek. De rechtbank zal naar verwachting in het najaar uitspraak doen.