RIJSWIJK - De rechtbank Den Haag heeft een 37-jarige man veroordeeld voor een verkeersovertreding in Rijswijk met zeer ernstige gevolgen. De man kwam op 12 juli 2021 met zijn auto in botsing met een 32-jarige vrouw waardoor zij is overleden. De man krijgt een taakstraf opgelegd van zestig uur en een voorwaardelijke rijontzegging van zes maanden.

Ongeluk

Het ongeluk gebeurde op de kruising van de Schaapweg met de Van Vredenburchweg. Het slachtoffer kwam op haar bromfiets vanaf het rechts gelegen fietspad en wilde de weg oversteken. Ter hoogte van de kruising stonden meerdere voertuigen op de rechterstrook van de rijbaan. Een bestuurder van een personenauto liet de bromfietser passeren. Op dat moment reed de verdachte in zijn auto op de linker strook van de rijbaan en passeerde de voertuigen die rechts stilstonden. Ter hoogte van de kruising kwam de auto met de bromfiets in botsing.

Niet kan worden vastgesteld dat de verdachte harder heeft gereden dan de ter plaatse toegestane maximale snelheid van 50 km/u. Verklaringen van getuigen dat de auto 70 of 80 km/u leek te rijden, heeft de rechtbank niet als bewijsmiddel gebruikt. Bij het inschatten van snelheden door getuigen moet rekening worden gehouden met een behoorlijke kans dat die inschatting niet nauwkeurig is, zeker als getuigen zelf nagenoeg stilstaan.

Oordeel rechtbank

Het leed en het gemis dat aan de nabestaanden is toegebracht is groot en zeer ingrijpend, zoals ook bleek uit de verklaring die tijdens de zitting is uitgesproken door de moeder van het slachtoffer. De rechtbank heeft oog voor het verdriet dat dit verkeersongeval bij de nabestaanden heeft veroorzaakt, maar benadrukt dat de door de verdachte gemaakte verkeersovertreding losstaat van de zeer ernstige gevolgen van het ongeval.

In deze zaak oordeelt de rechtbank dat de verdachte te hard heeft gereden voor de situatie ter plaatse. Een verkeersdeelnemer moet tijdig zijn snelheid aanpassen aan de gegeven situatie. In dit geval was het druk op de weg, was sprake van filevorming op de rechter rijbaan en de verdachte naderde een kruispunt. Van hem mocht worden verwacht dat hij behoedzaam zou rijden en extra oplettend zou zijn in verband met mogelijk kruisend verkeer van zowel rechts als links. De verdachte reed niet harder dan de maximale snelheid op de weg, maar dat ontslaat hem niet van zijn verplichting om zijn snelheid te matigen als dat voor een veilig verkeer ter plaatse noodzakelijk is.