Bedreiging
In de bewuste brief aan de minister schreef de verdachte dat hij binnenkort op haar werk of bij haar thuis langs zou komen en op welke verschrikkelijke manieren hij haar dan zou doden. De minister voelde zich hierdoor ernstig bedreigd en vreesde dat de verdachte haar van het leven wilde beroven.
De rechtbank vindt dit een ernstig strafbaar feit. De minister vervult een wezenlijke functie in onze democratische rechtsstaat en zij moet haar werk kunnen doen zonder beperkingen en zonder angst voor haar persoonlijke veiligheid.
Psychische stoornis
Uit psychologisch en psychiatrisch onderzoek is gebleken dat de verdachte lijdt aan schizofrenie en dat er sprake was van een acute psychose. Hij had onder andere last van wanen en hallucinaties die van ernstige invloed waren op zijn gedrag. In deze toestand heeft hij de brief geschreven en gepost.
Op basis van de onderzoeken en adviezen van de deskundigen stelt de rechtbank vast dat de man ontoerekeningsvatbaar is. Dat betekent dat de strafbare feiten niet aan de man kunnen worden toegerekend. De rechtbank ontslaat de verdachte daarom van alle rechtsvervolging.
Tbs met voorwaarden
Omdat de man is ontslagen van alle rechtsvervolging kan hij geen straf krijgen, maar kan de rechtbank hem wel een maatregel opleggen. De rechtbank houdt er daarbij rekening mee dat hij eerder personen met een publieke taak heeft bedreigd en belaagd. Vanwege het herhalingsgevaar vindt de rechtbank een tbs-maatregel met voorwaarden noodzakelijk om de maatschappij tegen de verdachte te beschermen. Die voorwaarden houden onder andere in dat de verdachte mee moet werken aan reclasseringstoezicht en dat hij zich moet laten opnemen in een kliniek.