Mes met bloedspoor
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte vanuit zijn woning lopend en met het openbaar vervoer naar de woning van het slachtoffer is gegaan. Dit bleek onder meer uit locatiegegevens uit zijn telefoon en camerabeelden langs de afgelegde route. Twee getuigen hebben een man in het portiek van de woning aan de Schoutendreef gezien. Eén van hen heeft verklaard dat deze man een mes in zijn handen had en leek op de man die op 5 april 2020 met een steen in zijn hand voor het portiek stond. De verdachte heeft verklaard dat hij degene is geweest die op 5 april 2020 met een steen in de hand voor het portiek van de woning aan de Schoutendreef heeft gestaan.
Nadat de verdachte het slachtoffer had gestoken, is hij weer terug naar huis gegaan. Een week later is bij de verdachte op straat een mes aangetroffen met op de punt een bloedspoor met DNA van het slachtoffer.
Moord niet bewezen
De officier van justitie heeft een gevangenisstraf van twintig jaar geëist wegens moord. De rechtbank acht moord niet bewezen, omdat niet kan worden vastgesteld dat de verdachte een vooropgezet plan had om het slachtoffer die dag van het leven te beroven.
Doodslag
De verdachte heeft een zwijgende houding aangenomen, zodat niet duidelijk is wat hem heeft bewogen. Ook heeft hij niet meegewerkt aan onderzoeken naar zijn persoonlijkheid. De rechtbank acht de verdachte volledig toerekeningsvatbaar en veroordeelt hem wegens doodslag tot een gevangenisstraf van twaalf jaar.
De zus van het slachtoffer is niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding.