Bedreiging en wapens
De bedreiging van politicus Timmermans gebeurde op het social medium X toen de verdachte op een tweet van de politicus reageerde. Hij plaatste een tekstbericht en een zogenaamd 'gifje' van een vallende guillotine. De verdachte verklaarde later dat hij het bericht heeft geplaatst omdat hij het niet eens is met de standpunten van de politicus en diens partij. Het was een uitlaatklep voor zijn frustraties, aldus de verdachte.
Daarnaast zijn bij een doorzoeking van de woning van de verdachte meerdere verboden wapens en een grote hoeveelheid munitie aangetroffen. De verdachte heeft hierover verklaard dat hij “wapens prachtig vindt". Ook heeft hij een vuurwapen voorhanden gehad waarvan de loop en de kolf waren ingekort. De rechtbank gaat er gelet op WhatsApp berichten van de verdachten naar een ander contact, van uit dat de verdachte zelf de loop en de kolf heeft ingekort. Hij had hier geen erkenning voor.
Oordeel rechtbank
De rechtbank oordeelt dat het tekstbericht en 'gifje' dat de verdachte plaatste een doodsbedreiging aan het adres van de politicus was. De verdachte heeft daarmee de grenzen overschreden van wat in een democratische samenleving toelaatbaar is. Hij heeft bijgedragen aan een klimaat waarin politici zich uit angst beknot kunnen voelen in hun persoonlijke vrijheid door de politieke denkbeelden die zij uiten.
Daarnaast oordeelt de rechtbank dat de verdachte schuldig is aan het voorhanden hebben van vuurwapens en munitie en het inkorten van de loop en de kolf van een vuurwapen zonder over een erkenning te beschikken. De rechtbank vindt zijn houding tegenover het hebben van wapens bijzonder zorgelijk. Niet in de laatste plaats ook vanwege de aanwezigheid van een minderjarig kind in de woning. De verdachte heeft met zijn handelen een bijdrage geleverd aan de reeds bestaande (gevoelens van) onveiligheid als gevolg van de aanwezigheid van vuurwapens in de maatschappij. De maatschappij raakt ontwricht door het sterk toegenomen wapenbezit en het gebruik daarvan.
De rechtbank vindt een celstraf van twaalf maanden passend en geboden. Daarvan is zes maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Dit moet ervoor zorgen dat de verdachte niet nog een keer in de fout gaat.