Het Haagse hof acht wat betreft de gekwalificeerde doodslag (het om het leven brengen van iemand om een ander feit te kunnen plegen) de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar. Bij de strafoplegging heeft zwaar meegewogen de wrede wijze waarop de verdachte het slachtoffer heeft omgebracht en daarna nog eens in brand heeft gestoken. De nabestaanden hebben hierdoor geen werkelijk afscheid van het slachtoffer kunnen nemen. Verder is de omstandigheid dat de verdachte ook voor het hof geen volledige openheid van zaken heeft gegeven strafverzwarend. De nabestaanden weten nog steeds niet wat er zich in de laatste momenten van het leven van het slachtoffer precies heeft afgespeeld.
De man was eerder door de rechtbank tot eenzelfde straf in combinatie met tbs met dwangverpleging veroordeeld. De straf die het hof opgelegd heeft, is overeenkomstig de eis van het Openbaar Ministerie.