DEN HAAG - De werkgever en de bonden voeren vanaf oktober dit jaar intensief overleg over de nieuwe cao. Hoewel beide partijen elkaar dicht genaderd zijn op de verschillende cao-onderwerpen, is het nog niet gelukt om een onderhandelingsresultaat te bereiken. Over de loonontwikkeling bestaat nog verschil van mening.

In de cao-gesprekken van afgelopen week zijn alle partijen elkaar dicht genaderd op de verschillende cao-onderwerpen. Alleen over de loonontwikkeling werden partijen het niet eens. Besloten is om de huidige stand van zaken voor te leggen aan het kabinet.

Op vrijdag 18 december heeft het kabinet hierover gesproken. Het kabinet vindt dat de beschikbare loonruimte voor de publieke sector voldoende is om voor 2021 koopkrachtbehoud mogelijk te maken. Vanwege de economische gevolgen van de coronacrisis ziet het kabinet geen financiële mogelijkheden om de loonruimte verder te verhogen. De bonden zullen hierover in de komende periode met hun achterban in gesprek gaan.

Kortlopende cao
Voor de nieuwe cao is toegewerkt naar een akkoord met een beperkte looptijd en geen grote nieuwe inhoudelijke beleidsafspraken. Er is gefocust op een aantal haalbare concrete afspraken op korte termijn, met daarnaast procesafspraken over de voorbereiding van onderwerpen die de basis kunnen bieden voor een volgend cao-akkoord.

Snel
De huidige cao loopt af op 31 december 2020. Om nog voor het aflopen van de huidige cao-termijn (2018-2020) tot goede afspraken voor collega’s te komen, zijn de eerste onderhandelingen al half oktober 2020 gestart. Sindsdien is er wekelijks overleg geweest tussen werkgever en bonden over een nieuwe cao. Alle partijen hebben de intentie om zo snel als mogelijk een nieuwe cao gereed te hebben, maar uiteraard dienen partijen daarvoor over het gehele pakket van afspraken overeenstemming te bereiken.