Het onderzoek startte naar aanleiding van drie aangiftes van deelnemers aan de demonstratie van mishandeling en van schending van de geweldsinstructie, gepleegd door een of meer politieambtenaren.
Proportioneel en subsidiair
Het OM is van oordeel dat de waterwerper rechtmatig is ingezet. Het gebruik van de waterwerper was noodzakelijk, omdat de openbare orde werd verstoord doordat demonstranten van XR op de A12 zaten. Die demonstranten weigerden te vertrekken, terwijl duidelijk was dat de demonstratie op die locatie niet was toegestaan.
Daarnaast vindt het OM dat de inzet van de waterwerper voldoet aan de criteria van proportionaliteit en subsidiariteit. Een lichter middel was niet voorhanden: aan mondelinge vorderingen om te vertrekken werd niet voldaan. Ook is het geweld in de juiste volgorde opgebouwd. Tenslotte is het gebruik van de harde straal direct gestopt toen bleek dat de gevolgen daarvan niet proportioneel waren.
Rotterdam
Het onderzoek vond plaats onder leiding van het OM Rotterdam vanwege professionele distantie. De beslissing om de waterwerper in te zetten werd namelijk genomen door de burgemeester van Den Haag, na overleg met de Haagse driehoek van gemeente, politie en justitie.