1.7 ℃
Het lijkt erop dat de twee verdachten vonden dat zij recht hadden op de crypto-valuta die het slachtoffer in zijn wallet had. Toen die niet wilde meewerken, werd hij daartoe gedwongen.
Het slachtoffer zou in het bedrijfspand gaan chillen met een 34-jarige man uit Zoetermeer. Maar in plaats daarvan werd hij urenlang vastgehouden en mishandeld door onder meer de Zoetermeerder.
Laptop halen
Een 34-jarige Hagenaar (de broer van het slachtoffer) reed op verzoek van de Zoetermeerder met de sleutels van het slachtoffer naar diens woning om daar een laptop op te halen. Daarmee keerde hij terug naar het bedrijfspand. Het slachtoffer werd daarop gedwongen om de wallet op zijn laptop te openen. Daarna maakte de Zoetermeerder de crypto-valuta over naar een andere wallet die hij had uitgekozen.
Luttele minuten daarna vertrok iedereen zoals op camerabeelden buiten het bedrijfspand is te zien. Het slachtoffer werd afgezet bij een vriend, waarschuwde meteen de politie en werd met een ambulance naar het ziekenhuis gebracht.
‘Geen dwang’
De twee verdachten ontkennen dat er van dwang sprake zou zijn geweest. Maar de camerabeelden bevestigen de tijdlijn die het slachtoffer schetst. Te zien is onder meer hoe zijn broer vertrekt om de laptop te halen en weer terugkeert. Ook vertrekt iedereen kort nadat vanaf de laptop de crypto-valuta zijn overgemaakt.
Bovendien staat er een geluidsopname op de telefoon van het slachtoffer. Waarschijnlijk hebben de verdachten die per ongeluk gemaakt toen zij de telefoon afpakten. Daarop is onder meer te horen: “Hij wil niet betalen … hij zegt ik heb geen 100 doezoe”
De verdachten zeggen dat het slachtoffer dit in scene heeft gezet, maar dat blijkt nergens uit. Uit onderzoek volgt ook dat het opnamemoment van het geluidsfragment klopt met de tijdlijn van de camerabeelden.
Strafeis
De officier van justitie vindt bewezen dat de Zoetermeerder en de Hagenaar in vereniging diefstal met geweld hebben gepleegd. Zij eiste tegen de Zoetermeerder achttien maanden cel (waarvan zes maanden voorwaardelijk) en tegen de Hagenaar vijftien maanden cel (waarvan vijf maanden voorwaardelijk).
De uitspraak is over twee weken.
