DEN HAAG - De beslissing van de Staat om de bouw van vier onderzeeboten voor het ministerie van Defensie te gunnen aan Naval Group kan in stand blijven. Dat volgt uit een uitspraak in kort geding bij de rechtbank Den Haag.

Verwervingsprocedure

De Staat heeft een verwervingstraject georganiseerd waarbij drie gegadigden een aanbod mochten doen voor de bouw van vier onderzeeboten. Na beoordeling van de aanbiedingen heeft de Staat besloten de bouw te gunnen aan Naval Group. Thyssenkrupp Marine Systems (TKMS) heeft in een kort geding bij de rechtbank Den Haag bezwaar gemaakt tegen deze beslissing. Zij vindt dat de Staat ten onrechte heeft geoordeeld dat haar aanbod ongeldig is en de biedingen van Naval en de andere gegadigde (Saab Kockums AB) wel geldig zijn. TKMS wilde met dit kort geding bereiken dat een deel van de verwervingsprocedure in aangepaste vorm zou worden overgedaan, of dat in elk geval diverse nadere onderzoeken zouden worden uitgevoerd en dat dan een nieuwe gunningsbeslissing zou worden genomen.

Oordeel kortgedingrechter

De kortgedingrechter oordeelt dat de Staat de inschrijving van TKMS op goede gronden ongeldig heeft verklaard. De stelling van TKMS dat aan de inschrijving van en de gunning aan Naval gebreken kleven, verwerpt de kortgedingrechter. Er is, anders dan TKMS bepleitte, geen aanleiding voor nadere onderzoeken naar de inschrijving van Naval. De rechter wijst de vorderingen van TKMS in het kort geding daarom af.

Bijzondere vertrouwelijkheid en publicatie vonnis

De mondelinge behandeling van deze zaak vond op 26 juni 2024 achter gesloten deuren plaats vanwege de vertrouwelijkheid van aan de rechter verstrekte informatie. Het vonnis in deze zaak zal op een later moment worden gepubliceerd, omdat nog bepaald moet worden of en welke delen van het vonnis vertrouwelijk moeten blijven. Het streven is dat het vonnis binnen een week op rechtspraak.nl gepubliceerd wordt.