DEN HAAG - Sinds dit schooljaar zitten er op de OBS Anne Frank in Bouwlust wekelijks zo’n 15 ouders rond de tafel om mee te denken over activiteiten op school. Wat ooit begon als ‘gewone’ koffie- en bijkletsochtend, is met hulp van Buitenkans een gestructureerd overleg geworden – en dat heeft een vruchtbare samenwerking tussen ouders, school en de wijk opgeleverd. De winst is veelzijdig. Ouders laten weten meer betrokkenheid bij school te ervaren, omdat ze zich gezien en gehoord voelen. Ook is het contact tussen ouders en leerkrachten sterk verbeterd. Een schoolvoorbeeld van ouderparticipatie.
Wethouder Hilbert Bredemeijer is blij met dit soort ontwikkelingen. Naar zijn mening is dit de weg die scholen moeten inslaan: veel scholen missen de laatste tijd het contact met de ouders. Daar zijn veel redenen voor, o.a. dat er steeds meer verschillende bevolkingsgroepen in Den Haag zijn komen wonen. Bredemeijer: ‘Actieve en betrokken ouders zijn een voorwaarde voor kinderen om goed te kunnen leren en maken de afstand tussen de wereld op school en die van thuis kleiner. We investeren als gemeente vanuit de landelijke gelden van het Nationaal Programma Onderwijs (NPO) om zo de achterstanden die door corona zijn ontstaan, in te lopen. Het is dan ook geweldig om te zien wat er in zo’n korte tijd op de Anne Frank school van de grond is gekomen.”
Preventieve aanpak
De NPO gelden worden in Den Haag op wijkniveau besteed vanuit een preventieve aanpak – op die plekken waar dat het hardst nodig is. SPPOH, de organisatie die Passend Onderwijs in Haaglanden mogelijk maakt, denkt mee met scholen over welke soort hulp er nodig is. De uitvoering ligt in handen van Nahid Zabihi en Maria Barakzai van Stichting Jeugdwerk. De Anne Frankschool is één van de vijf scholen die gebruik maakt van deze hulp.
Naai – en fietsles
De school én de ouders geven aan tevreden te zijn over de opbrengst tot nu toe. Ouders van Surinaamse, Turkse en Marokkaanse komaf vertellen dat ze opnieuw hebben opgetuigd wat na corona volledig was weggevallen: klassenouderschap, luizenouders en voorleesouders. Dat lijken misschien randvoorwaarden, maar voor de betrokkenheid én het functioneren van een school zijn ze van onschatbare waarde. Ook genieten ouders van de contacten die hun nieuwe rol op school hen oplevert. ‘Ik wilde me al langer graag inzetten, maar ik had geen idee wat ik kon doen,’ geeft een ouder aan. ‘Nu geniet ik ervan. Ik leer beter Nederlands én ik kom de deur wekelijks uit.’ De vlek breidt zich uit. Actieve ouders proberen zelf de Poolse en Bulgaarse gezinnen die de schoolcommunicatie wegens taalproblemen slecht bijhouden, meer te betrekken. En er worden steeds weer nieuwe activiteiten beschikbaar gemaakt – en allemaal met wat er in de wijk al beschikbaar is - zoals naailes of fietsles. De ideeën zijn nog lang niet op. Alice van Maastricht, directrice op de school en aanjager van het team van betrokken ouders, blijft ze met enthousiasme tegemoetzien. Niet alle initiatieven passen binnen het DNA van de school, maar dát er samengewerkt wordt is alleen maar winst.