DEN HAAG - Op 29 januari neemt John Verhoeff afscheid van 42 jaar onderwijs met een viering in de Nieuwe Kerk in Den Haag. Met een groot hart voor onderwijs maakte hij het verschil voor kinderen op de Jan van Nassauschool en O3 in Den Haag. Daarbij kleurde hij het liefst buiten de lijntjes, wat tot vele mooie mijlpalen leidde.
Na het afronden van de Pedagogische Academie (PA) en militaire dienst, startte John Verhoeff in 1983 zijn loopbaan als invalmeester. “Ik heb me aangemeld bij alle besturen in de omgeving en als ik ’s ochtends werd gebeld, mocht ik komen opdraven. Door verschillende scholen te bezoeken, heb ik ontzettend veel geleerd. En natuurlijk heb ik ook de beginnersfouten gemaakt, die we allemaal kennen: niet altijd consequent genoeg zijn, te aardig gevonden willen worden. Kinderen hebben dat in mum van tijd door en gaan met je aan de haal. Het was een heel goede leerschool om op die manier het vak in te rollen. En de aanhouder wint, want in oktober 1984 kreeg ik een vaste aanstelling bij de voorloper van het huidige SCOH. 2025 leek toen nog mijlenver weg, maar de tijd is gevlogen. Je knippert met je ogen en het is voorbij.”
Niks is te gek
Nog voor zijn afstuderen bleek dat Verhoeff graag buiten de kaders denkt en daarmee dingen voor elkaar krijgt. “Voor mijn scriptie heb ik met de leerlingen uit mijn stageklas een film gemaakt over de geschiedenis van Voorburg. We hadden een script en een storyboard en zijn in het museum opnames gaan maken. Let wel, in die jaren had je het over Super 8 mm film. De examinator vond het eigenlijk geen goede afsluiter van de pabo, maar met de nodige overredingskracht heb ik hiermee toch mijn diploma gehaald! Achteraf gezien is dat tekenend voor hoe ik ben. Niks is te gek voor mij, ik geef me voor honderd procent en als ik ergens enthousiast over ben, heb ik geen rem en steek ik er heel veel tijd in. Die instelling heeft me ook daarna nog veel mooie dingen opgeleverd.”
Werelden creëren
In 1997 werd Verhoeff benoemd tot adjunct-directeur en vanaf 2001 was hij werkzaam in de functie van directeur. Toch heeft hij ook nog veel herinneringen aan zijn tijd als onderwijzer. Vooral van situaties die niet standaard zijn, zoals achterna gezeten worden door een herdershond in het schoolgebouw, tot het plaatsen van aquariums in een klaslokaal om een onderwaterwereld na te bootsen. “Zeker in mijn jongere jaren, toen bevriende collega’s en ik nog geen gezinnen hadden, sliepen we weleens met de leerlingen in de school. Dan maakten we een kampvuurtje in de hal. Dat kon toen allemaal nog en ging ook goed, als je de stank die door de hele school hing weg denkt! Van een vieze, oude kelder heb ik een jeugdhonk gemaakt. Bankstellen erin, posters aan de muur, spelletjes aangeschaft en barkrukken om het af te maken. Daar hebben we met de kinderen mooie tijden beleefd, en bovendien bleek het een prima plek voor de Sinterklaasviering of een EHBO-cursus. Ik vind het mooi om kinderen te laten zien dat je een verschil kunt maken. Door ze kansen te bieden die laten zien: jij doet ertoe. Het mooiste voorbeeld daarvan is nog wel het theater dat ik in de school heb gemaakt. Dat was eind jaren tachtig, ik gaf toen les aan groep 8. In die tijd vond de schoolmusical meestal plaats in de gymzaal, in het felle licht, niets verduisterd, stoelen erin en klaar. Dat kon anders, vond ik, en ook de kinderen dachten ontzettend mee. Dat kunnen ze wel als ze ergens enthousiast over zijn. Via het Nederlands Danstheater kwamen we aan paarse gordijnen, van die loeizware, die moesten we met kabelspanners bevestigen. Op de Haagse markt kochten we spotjes die je kon dimmen en via een theaterbedrijf regelden we een achterwand met zwarte doeken. Boven de ingang van de school hingen we een grote markies op, die we ergens op de kop hadden getikt, met de letters ‘theater’ erop. En natuurlijk hadden we ook een rode loper. In die tijd had je naast een telefoonlijn ook nog een faxnummer. Dat nummer konden ouders gebruiken om kaartjes te reserveren voor de voorstelling. En dan lieten wij ze even hangen, met de mededeling: ‘er zijn nog zoveel wachtenden voor u’. De kinderen vonden het prachtig, het gaf ze het gevoel even in een andere wereld te zijn. Het is heel mooi om op die manier iets voor ze te betekenen.”
School met de wijk verbinden
De werelden die Verhoeff voor kinderen wist te creëren werden werkelijkheid, met zijn meest vooruitstrevende project het opzetten van O3. De Brede Buurtschool Plus die dit jaar zijn tienjarig bestaan viert. “We begonnen in 2006 als een ‘gewone’ school op de hoek van de Geleenstraat in Den Haag. In een prachtig pand, Amsterdamse School-stijl. In de buurt liepen loverboys en er lag hondenpoep op de stoep. Er was weinig sociale cohesie, eigenlijk een vreemde plek voor een school. Om dit te veranderen hebben we geprobeerd de mensen bij elkaar te brengen met initiatieven als een buurtbarbecue en stoeptuintjes, maar al snel bleek dat er een grotere aanpak nodig was. Daarop ben ik met een rol papier langs kinderopvanginstellingen gegaan om te vragen of ze mee wilden doen het allermooiste kindcentrum van Den Haag op te zetten. Een brede buurtschool, een buurtschool-plus als het ware, met een wijkgebouw op het schoolplein. Woningcorporatie Haag Wonen sloot aan, de wethouder was betrokken (de latere minister Sander Dekker). De gemeente omhelsde het plan en er was vanuit de overheid subsidie: minister Vogelaar was bezig met het ontwikkelen van haar ‘prachtwijken’. Vanaf dat moment zijn we vol gegaan voor de droom die we hadden: om het kind heen staan. Zowel een trampoline zijn als een vangnet. En we staan net zo goed om de ouders heen, om de buurtbewoners, om de hele wijk. Die drie O’s zijn niet voor niets gekozen: ontmoeten, ontwikkelen, ontdekken. Zo kunnen we kinderen die van huis uit moeilijkheden ervaren extra ondersteunen. Ongeacht afkomst kunnen ze komen waar ze over dromen, dat maken we haalbaar. Om als docent zo’n project te mogen vormgeven is ontzettend mooi. Iets innovatiefs ontwikkelen dat beter past dan het oude systeem, iets dat helpt en waar je energie van krijgt. Daar heb je mensen voor nodig die met hart en ziel in kinderen geloven, ze begrijpen en erin willen investeren.”
SCOH
Zijn hele loopbaan was Verhoeff in dienst bij het huidige SCOH. “SCOH heeft veel voor me betekend in mijn carrière. De ontwikkeling van O3 werd volledig gesteund door de stichting. En op een gegeven moment hebben we veel tijd gestoken in het aantrekken van een gemengde populatie op een gekleurde school. Er kwam veel nieuwbouw waar met name hoger opgeleide jonge mensen introkken. Die wilden we onze school in halen, maar daar was de nodige overtuigingskracht voor nodig. SCOH stond daar helemaal achter en met gerichte inspanning en de nodige tijd hebben we dat ook voor elkaar gekregen. En toen ik privé midden in het schooljaar een tijdje weg moest om onze adoptiekinderen op te halen in Colombia, heeft SCOH mij die ruimte geboden. Voor dit alles ben ik ze erg dankbaar.”
Het stokje doorgeven
Ook al is Verhoeff nog steeds vol van het onderwijs, hij is er ook klaar voor om met pensioen te gaan.
“Als ik alles over zou mogen doen, zou ik hetzelfde doen. Ik heb prachtige jaren beleefd met alles wat er is gebeurd en gedaan, maar het is ook goed om het stokje door te geven. Er zullen altijd nieuwe ontwikkelingen blijven in het onderwijs, zoals op dit moment het lerarentekort en het anders of kansrijk organiseren. Dat heeft een nieuwe impuls nodig, dus het is goed dat anderen dat oppakken.”
Onderwijs in de toekomst
“Ik wens het onderwijs veel liefde en aandacht toe, ook al is dat lastig in een tijd met tekorten. Blijf geloven in kinderen en stel het kind altijd centraal, los van de omstandigheden. Zorg dat je daar tijdens bijeenkomsten en vergaderingen bij stilstaat. Staat het kind op één, dan zijn we goed bezig.
Ik gun het onderwijs ook heel veel rust en nieuwe mensen die met hun hart kiezen voor het vak. En met alle respect voor alle lieve juffen in het onderwijs, ook meer mannen. Meer balans tussen juffen en meesters is belangrijk voor kinderen. Het beleid vanuit de overheid lijkt daar op aangepast te worden, want dat is ook al jarenoud, zeker met het oog op de invulling van de pabo’s. Want eerlijk is eerlijk: mijn brei- en haakwerkjes liet ik destijds al door mijn moeder maken.
Talentonderwijs is nog zo’n voorbeeld waar ik heel erg in geloof. Op de pabo moest ik leren blokfluiten, dat was een rampenplan. Ik kan me voorstellen dat als je ergens niet bekwaam in bent of er weinig affiniteit mee hebt, je het niet zo vaak aanbiedt als het geen onderdeel uitmaakt van het curriculum. Maar een kind is meer dan alleen taal en rekenen. Talentontwikkeling in theater, dans, muziek, natuur of gezondheid is daarnaast ook heel belangrijk. Talentonderwijs door vakbekwame docenten is een belangrijk onderdeel van onze school. Ik ben blij dat SCOH daar achter staat.
Een project waar ik al twee keer aan ben begonnen, maar dat nooit echt goed van de grond is gekomen, is de overgang van PO naar VO. Het blijft vreemd dat een kind op 11-jarige leeftijd moet kiezen. Ik heb pogingen gedaan om klas 1 en 2 van de middelbare school te verbinden aan groep 7 en 8 van het basisonderwijs. Denk aan een tienercollege, een verlengde brugklas, een doorgaande leerlijn. Ik hoop dat dat verhaal in bredere zin en op organisatieniveau wordt opgepakt. Er is behoefte aan mensen die daar de regie in nemen en vol gaan voor dit soort belangrijke onderdelen. En die zichzelf durven afvragen: wat kan ík betekenen?”
Naslagwerk
Op 31 januari wordt Verhoeff 65 en gaat zijn vervroegd pensioen in. “Ik werk stap voor stap toe naar mijn afscheid op 29 januari, mijn kamer is al opgeruimd. Ik hield van veel dingen om mij heen, haalde letterlijk de wereld binnen. Als mijn collega’s nu binnenlopen merken ze op hoe kaal het is. Als naslagwerk heb ik een boek samengesteld dat verschijnt in een beperkte oplage. Dat boek geeft een mooi tijdsbeeld van de periode 2006 tot heden. Het vertelt het ontstaan van O3 en is tot stand gekomen uit stapels foto’s, e-mails, wijkkranten, folders en papiertjes. Met QR-codes verwijzen we naar achterliggende documenten, die het werk een diepere laag geven. Alle hoogtepunten komen terug. Zo heb ik in veertig jaar twee koninginnen op bezoek gehad, zowel Maxima als Beatrix indertijd.”
Afscheidsviering
“Mijn officiële afscheid wordt geen saaie receptie voor mensen uit het onderwijs met speeches en praatjes, maar een viering met kinderen. In de Nieuwe Kerk in Den Haag maken we als het ware een wereldreis, met veel muziek en zang. Als wereldschool maken we er samen nog één keer, mijn laatste keer, een feestje van.
Ik kijk met enorme blijdschap, dankbaarheid en trots terug op alles wat ik heb mogen doen tijdens mijn loopbaan. Ik voel me verguld. Alles kan in het onderwijs, zolang je ergens in gelooft. Toon lef, heb moed, laat je niet klein houden door regelgeving en kleur buiten de lijntjes. Dan kom je er wel.”