Strafrechtelijke vervolging van een lagere overheid, zoals een gemeente, is alleen in specifieke situaties mogelijk. Dit is het geval wanneer de gedraging ook door iemand anders dan een bestuursfunctionaris verricht kan worden, of wanneer de gedraging een inbreuk maakt op het recht op leven, zoals bedoeld in artikel 2 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM).
Het hof oordeelt, net als de rechtbank, dat het niet handhaven van de vergunning iets is wat alleen door bestuursfunctionarissen kan worden gedaan. Ook is het hof van oordeel dat in deze situatie onvoldoende aanknopingspunten zijn voor concreet levensbedreigende risico’s als gevolg van de uitstoot van ethyleenoxide door het bedrijf. Daarom beslist het hof dat de gemeente Zoetermeer in dit geval strafrechtelijke immuniteit toekomt en het Openbaar Ministerie niet ontvankelijk is in de vervolging.